We gaan terug naar de tweede helft van de negentiende eeuw. De tijd van de wederopbouw na de Amerikaanse Burgeroorlog. C&O Railroad laat een spoorweg aanleggen van Chesapeake Bay tot Ohio Valley. Duizenden voormalige slaven worden ingezet om de grote stalen pinnen waarmee de spoorbielzen worden verankerd, de rotsgrond in te slaan. Een van hen is John Henry, als slaaf geboren ergens in de jaren veertig/vijftig, in North-Carolina of Virginia. Hij is de grootste en sterkste steel driving man van allemaal: twee meter lang, honderd kilo schoon aan de haak. Hij zwaait de zwaarste voorhamer.
Het schiet lekker op met de nieuwe spoorlijn. Tot Big Bend Mountain in zicht komt. Er omheen kan niet. Te ver óm. Er zit niets anders op dan een tunnel te boren. Een operatie die honderden arbeiders het leven zou gaan kosten. Rook, stof, instorten. John Henry zwaait met zijn hamer, en slaat in een werkdag van twaalf uur zo’n drie tot zes meter rots weg.
Op een dag meldt zich een handelsreiziger. Hij heeft iets nieuws: een stoomaangedreven drilboor. Daar kan geen mens tegenop, pocht hij. Dat wil John Henry nog wel eens zien. Het komt tot een wedstrijd, die John Henry wint. Vijf tegen drie meter. Maar het betekent wel het einde van John Henry. Zijn rage against the machine heeft hem compleet uitgeput. Hij valt dood neer, met z’n hamer in z’n hand. Zijn kracht, zijn passie, zijn onverzettelijkheid zijn legendarisch geworden, en blijken tot de dag van vandaag muzikanten te inspireren. Luister maar eens naar de versie van The Gougers, die echter, voor zover ik het kan volgen, over zijn leven als slaaf op de katoenplantages gaat. Hoe dan ook: ‘Look away, oh John Henry, look away. This old world just wanna take your life away.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten