donderdag 31 juli 2008

Tom VandenAvond

Tom VandenAvond zingt liedjes over het vermoorden van politieagenten in kerkgebouwen en brengt die als we zijn MySpace-verhaal mogen geloven met twang en een strot die rauw is van de whisky. Zijn laatste cd A Broken Home Companion kon hij helaas niet opsturen. Hij had er namelijk het geld niet voor, zo liet hij weten. Als dat geen country is...

Jammer is het natuurlijk wel voor mij en een ieder die nu nooit iets zal lezen over Tom VandenAvond, want volgens mij is de muziek van deze onbekende artiest uit Austin die bevriend is met de Weary Boys zeker de moeite waard. Dit YouTube-filmpje waarop hij een nummer van Leadbelly doet, maakt toch echt benieuwd.

dinsdag 29 juli 2008

Parkers Varnaline

Ik ben een fan van de weirde americana van Anders Parker en heb de hoop dat de man uit upstate New York nog eens op bescheiden schaal gaat doorbreken. Erg productief is hij niet sinds hij zich heeft losgemaakt van Varnaline; het leverde de albums Tell It To The Dust (2004) en het zelfgetitelde Anders Parker (2006) op. Ho, zal de oplettende lezer zeggen; Songs In A Northern Key, gereleased in februari 2003, is toch Parkers solodebuut? Dat klopt en dat klopt niet. De productmanagers en promoboys- and girls hadden namelijk een truc speciaal bedacht om de solo-artiest Parker te lanceren: ze brachten in 2003 doodleuk Varnaline’s Songs In A Northern Key – uitgebracht in juli 2001 – opnieuw uit onder het motto oude wijn in nieuwe zakken. De hoes is zelfs identiek, kijk maar. Het is een beetje volksverlakkerij, maar daar schrikken wij niet zo van op. Hoe het ook zij, zowel Varnaline’s Songs In A Northern Sky (2001) als Anders Parkers Songs In A Northern Sly (2003) zijn schitterende platen.

zaterdag 26 juli 2008

Zomerplaatjes

Regelmatig is er door deze en gene op deze weblog al melding gemaakt van het fenomeen 'zomerplaatje'. Ik heb me er zelf ook al aan bezondigd. Dus wil ik het in deze laatste post voor het zomerreces (ik ben weer terug op 24 augustus) hebben over de muziek die mee op reis gaat. Ik beperk me hierbij wel tot die muziek die enigszins valt onder alt country en americana.

Bij de keuze laat ik me leiden door het doel van de muziek (aangename verpozing tijdens het rijden) en door het feit dat ik ook nog medereizigers heb. Voor dat laatste heb ik voor mijn zoontje een discman (waanzinnig goedkoop, in deze tijd van Ipods is zo'n discman blijkbaar 'oude wereld') gekocht, zodat wij niet voor de x-ste maal Ernst Bobbie en de Rest hoeven te horen (hoe leuk dat bij vlagen ook is): de eerlijkheid gebied wel te vermelden dat hij inmiddels zelf cd's heeft van Green Day en bij mijn muziekkeuze vooral stevig en veel gitaar weet te waarderen (kwestie van goed opvoeden).
Enfin, genoeg inleidende beschietingen, nu een greep uit de cd's die in de wisselaar meegaan: het zal niemand verbazen dat The Apple Bros een vaste plaats in de opstelling hebben verworven

Natuurlijk Dan Baird met zijn laatste briljante cd: Homemade Sin (ik zou eigenlijk nog een recensie voor de altcountry website moeten schrijven, maar een goed verstaander weet het al: vijf paarden).

Eveneens niet te missen is Scott Kempner met zijn meesterwerk Saving Grace (en ik neem Tenement Angels en mijn eigen best of Del Lords cd en passant ook mee) .

De (volgens Phil Alvin) zoveelste reunie van The Blasters zorgt voor een gegarandeerde goede sfeer in de auto. De dvd laat de band in optima forma zien, de cd van het concert is minstens zo goed.
Natuurlijk moet er wat Steve Earle en Johnny Cash mee, ik denk dat ik van beide een eigen verzamelcd ga maken (kan nooit kiezen welke cd uit hun oeuvre de beste is)

Soms hebben artiesten zelf al zo'n handige overzicht cd gemaakt (in de vorm van een live cd vaak, zie ook the Blasters). De beste bar band van de wereld, The Bottle Rockets hebben zo'n live cd waarop gewoon alles staat wat je wilt horen. Muziek om je gaspedaal nog eens een beetje in te trappen op de wat saaie stukken snelweg die er altijd wel weer tussen zitten.
Het mooiste is natuurlijk een live cd bij de live dvd leveren zodat je ongeacht het medium kan genieten. De fameuze Webb Wilder (daar moet ik na de vakantie toch eens een post aan wijden) levert die service bij de live dvd Tough it out. De man met misschien wel de beste stem in americana rockt er lustig op los en wij zingen gezellig mee.

Dat er ook nog cd's van uitlopende acts als Paul Westerberg, Ramones, The Dictators, Bob Mould, een eigen compilatie van het Stiff-label en natuurlijk The Rolling Stones (uit de magische periode 68-72, misschien waren zij wel het echte begin van alt-country) meegaan, zal een ieder wel voor kennisgeving aannemen. Ik wens een ieder die dit leest een prettige vakantie en ik ben in augustus weer terug.

vrijdag 25 juli 2008

Spade Cooley en zijn kleinzoon

Op I Flathead, de nieuwe cd van Ry Cooder, staan een paar verwijzingen naar Spade Cooley. Ik moest even zoeken, maar toen kwamen de gruwelijke details naar voren. Spade Cooley was een straatarme sloeber uit Oklahoma, die als muzikant (fiddler) naar Californië kwam en het daar helemaal maakte in de jaren ’40 van de vorige eeuw. “The King Of Western Swing” werd hij genoemd. Hits, filmopnames, noem het maar op, de gebraden duiven vlogen hem in de mond. Knappe vent, mooie vrouw, twee kinderen, een ranch, een boot. Wat zou er mis kunnen gaan?
Wel, Spade was een schuinsmarcheerder, een alcoholist en een doorgedraaide pillenslikker. Onder invloed mishandelt hij op 3 april 1961 zijn vrouw Ella Mae, voor de ogen van hun dochter Melody. Slaan, trappen, brandende sigaretten uitdrukken. En dat allemaal omdat hij haar ervan verdenkt te affaire te hebben met de zingende cowboy Roy Rodgers. Of dat zij zich wil overgeven aan een “free sex cult”. Typisch gevalletje van de balk en de splinter. Enfin, na een sensationeel proces wordt Spade tot levenslang veroordeeld. Einde verhaal? Nee, nog niet want in gevangenis beseft hij eindelijk welke gruweldaad hij begaan heeft. Hij wordt een modelgevangene. Na bemiddeling van wederzijdse vrienden uit de filmwereld besluit gouveneur Reagan (ja, die zien we later terug), Cooley gratie te verlenen zodat hij op 22 februari 1970, op zijn zestigste verjaardag, vrij zou komen. Voordien al, in november mag hij voor drie dagen de gevangenis verlaten om op te treden voor notabene een soort sheriffs-conferentie. Op 23 november speelt hij daar drie liedjes. Na afloop zegt hij in de kleedkamer: “I think it's gonna work out for me. I have the feeling that today is the first day of the rest of my life”. Daarna zakt hij in elkaar en valt dood neer.
Wat een verhaal, dat evenwel nog opvallender wordt als je beseft dat diverse websites aangeven dat Spade Cooley de grootvader is van Mike Cooley, gitarist bij de Drive-by Truckers.


donderdag 24 juli 2008

Los Alamos

Liefhebbers van Blanche en/of Calexico opgelet. Het Argentijnse Los Alamos is een erg interessante band. Binnenkort op onze site een recensie van de plaat El Fino Arte De La Venganza. Nu alvast een voorproefje in de vorm van een YouTube-filmpje.

dinsdag 22 juli 2008

De val en een ketel toverdrank

'Herman Brood op een fiets
Tour de France Junkie
Fietsen is niets
Fietsen is Funkie'

Een dag voordat hij de Tour de France werd uitgebonjourd, meldde de Italiaanse wielrenner Riccardo Ricco een groot bewonderaar te zijn van Marco Pantani. De onnavolgbare wijze waarop Ricco demarreerde in de Pyreneeën had inderdaad veel weg van de manier waarop Pantani zijn concurrenten uit het wiel reed. Een paar dagen later werd Ricco betrapt op het gebruik van EPO en kon hij vertrekken. Net als zijn grote voorbeeld van zijn voetstuk gevallen, hopelijk met minder desastreuze gevolgen. Doping in de sport zal altijd wel blijven bestaan; sommige sporters kunnen nu eenmaal slecht tegen verliezen. Wat ik met name betreurenswaardig vind, is dat je niet meer weet wat je ziet: een machtig en prachtig vertoon van suprematie of de effecten van een ketel toverdrank? Je kunt je eigen waarneming niet meer vertouwen. Tegen beter weten in hoop je ieder jaar weer dat de renners ‘schoon’ de cols beklimmen. En in elke nieuwe editie van de Tour blijkt die hoop weer ijdel. Verklaarbaar, gezien de frictie tussen het menselijk uithoudingsvermogen en de commerciële belangen. En een sporter wil winnen.

'Berg na berg
Met een vinger in de neus
Vanaf heden luidt de leus
De bergen vallen mee
Rij de Tour op L.S.D.'

Beluister hieronder ‘Pantani’ van Krang, de Diepenheimse formatie van André Manuel die ook al ter ziele is.

zaterdag 19 juli 2008

De toekomst van rock n roll

Soms heb je van die cd's die als je ze voor het eerst hoort je met open mond laten zitten, die het gevoel oproepen dat je door de kamer wilt springen van geluk (dat je tranen in je ogen krijgt bij het beluisteren), dat iedereen dit moet horen. Bij mij gebeurde het toen ik London Calling van The Clash voor het eerst hoorde, toen ik Leave Home van the Ramones hoorde, Let it be van The Replacements en Lost and Found van Jason & the Scorchers hadden ook dat effect. Allemaal lang geleden, maar deze week had ik het weer, voor het eerst in lange tijd (natuurlijk de cd's van Dan Baird en Scott Kempner zijn briljant maar in zekere zin weet je wat je van die mannen mag verwachten, het is vertrouwd): de band die me deze sensatie bezorgde is The Apple Bros.

Hoe kom je bij zo'n band uit? Heel simpel, ik las het blog van Eric Ambel over hoe hij met zijn band en The Bottle Rockets een concert gaf waar ook The Apple Bros speelden. Nieuwsgierig eens op hun site gekeken en naar wat mp 3's geluisterd. Klonk erg leuk, dus gelijk hun twee cd's besteld (voor bijelkaar 21 euro incl. verzending, lang leve de huidige wisselkoers van de dollar). Kreeg de cd's van de week thuis en na één draaibeurt wist ik het: 'I've heard the future of rock n roll and it's name is The Apple Bros'.
Hun muziek zit ergens tussen de Stones, southern rock, soul, CCR, the Bottle Rockets, the Black Keys en The Black Crowes in, maar eigenlijk is vergelijken hen veel tekort doen, want ze zijn meer dan al die invloeden. Een zanger met een stem waar je een moord voor doet, gitaren die weer klinken ze bedoeld zijn, lekker vuig maar swingend, melodieen die klassiek zijn (nu al) en een intensiteit die je tegenwoordig zelden meer tegenkomt: deze jongens zijn op aarde om deze muziek te maken.

De eerste cd, Nashville, is iets 'rootsier' dan de tweede On an emprty stomach die een wat meer punky benadering bevat. Beide cd's staan vol met zulke mooie liedjes dat het geen zin heeft er en paar uit te lichten.

Voorbij alle hypes (f... off White Stripes etc) en voorbij alle dwangmatige cool (volgens mijn zoontje is dat tegenwoordig trouwens 'lauw'): dit is muziek vanuit het hart, voor het hart en vooral de onderbuik. Rock n roll zoals God het ooit bedoeld heeft (en dan heb ik het over Chuck en niet Elvis, God is wel degelijk zwart ;-)) Ik kan uren (of in dit geval webpagina's) doorgaan, maar ik zou zeggen: luister zelf. Ga naar hun website, luister naar de mp 3's, koop de cd's en overtuig jezelf (luister en huiver alvast bij onderstaande clip)!

donderdag 17 juli 2008

Biking, burritos, baseball

Het is nogal vergezocht, maar opeens zag ik het hele wielerpeloton in de Tour de France als de Flying Burrito Brothers. Op de rustdag trakteerde de Amerikaanse Slipstreamploeg namelijk op deze Mexicaanse lekkernij. Natuurlijk met commercieel motief. Maakt niet uit, ik fantaseerde even over renners die op hun Wheels naar de volgende Sin City vlogen.
Ook al heeft Lance Armstrong geprobeerd het tegendeel te bewijzen, wielrennen is niet een Amerikaanse sport en zal dat ook nooit worden. Een tv-uitzending van zes uur onafgebroken sport is in de VS ondenkbaar. Bij de Amerikaanse cultuur hoort sport met veel pauzemomenten waarin reclame kan worden uitgezonden. Zo'n sport is bijvoorbeeld honkbal. Dat brengt me bij The Baseball Project, een gelegenheidsformatie van Steve Wynn en Scott McCaughey (Young Fresh Fellows, Minus 5), Samen hebben ze een cd gemaakt over hun favoriete sport. Als dat geen americana is.

zaterdag 12 juli 2008

Rode Kruis

Ik ben van mening dat op het altcountry weblog toch echt vooral over altcountry en americana en aanverwante zaken gesproken moet worden (wat die termen ook precies mogen behelzen, ik denk dat iedereen er impliciet wel een gevoel bij heeft), maar ik wil hier bij hoge uitzondering één keer van afwijken.

De reden is, alweer, een bijzondere release: Got live if you must van Redd Kross. Voor wie deze band niet kent (schande ;-) ): ooit begonnen als adolescent rammelpunkbandje, uitgegroeid tot iconen van de powerpop/punk. Invloeden van jaren zestig pop, psychedelica, surfpop, middle of the road en punk samengesmeed tot melodieen die slecht uit het hoofd te krijgen zijn.

Ook Redd Kross laat de laatste jaren (te) weinig van zich horen (het lijkt bij mij wel een rode draad), de laatste studio cd Showworld dateert alweer van 1997, maar er schijnt een nieuwe in de maak te zijn. Tijdens het wachten is er nu de live dvd Got live if you must (met een typische Redd Kross knipoog, ditmaal naar een live album van the Stones) opgenomen in Madrid in januari 2007. Het concert duurt slechts iets meer dan een uur en met 16 nummers is het natuurlijk altijd een te beperkte doorsnede van hun oeuvre. De band is echter retestrak en als je ze zo ziet spelen vraag je je af waarom ze niet vaker toeren.

Voor een ieder die deze band niet kent, maar houdt van poppy punk (of andersom) met een lekkere sixties feel is deze dvd een aanrader, al was het maar omdat er ook een bonus cd bijgeleverd wordt die de luisteraar in 22 nummers door hun hele carriere meeneemt (van de eerste rammelpunk tot en met een paar onontdekte pareltjes zoals hun versie van Dancing Queen). Zomerplaatje!

p.s. voor wie hem wil bestellen: Hier kun je hem bestellen (spaanse webshop, maar prima levering)

vrijdag 11 juli 2008

In den beginne (1)

Grappig om eens te onderzoeken hoe het gekomen is dat ik als Americanaliefhebber uiteindelijk op dit weblog gekomen bent. Ik neem maar even plaats op de divan.
Het begon met mijn baardige leraar Engels op het Koningin Wilhelmina Lyceum in het Zeeuwsvlaamse Oostburg, die dacht dat hij ons Engels kon leren door het op zijn gitaar naspelen van liedjes, vooral Don't Let It bring You Down, van Neil Young. Ik vond het mooier dan ik toen durfde toe te geven. Uiteindelijk was ik een van de twee jongens die daardoor LP’s van Neil Young ging kopen, bij Paul’s Music Centre in Sluis (eigenaar Paul Metz verdiende natuurlijk veel meer met zijn andere nering; florerende sexzaken die door hordes Belgen werden bezocht).
Op radio Luxemburg, dat door het atmosferische gekraak nauwelijks te ontvangen was (maar alles was beter dan de Superclean Dream Machine van Ad Visser), werd veel klassieke rock gedraaid. Een van de toppers was het ellenlange Free Bird van Lynyrd Skynyrd. (waarschijnlijk zo vaak gedraaid omdat de dienstdoende DJ dan eens naar de toilet kon). Ik vond het mooi. Zo mooi dat ik die dubbelaar One More From The Road aanschafte. Uiteindelijk begon dat Free Bird snel te vervelen, maar de rest van de plaat bleef leuk.
Het feit dat ik (toen nog) enig kind was en ver van mijn vrienden af woonde, speelde vast ook een rol. Ik moest me in m’n eentje vermaken. Veel platen draaien dus en veel lezen. De eerste editie van Oor’s Popencyclopedie was een openbaring Eindelijk netjes gerangschikte informatie over de “betere” muziek. Goh, die Neil Young had dus vroeger nog in bands gezeten. Die zouden ook wel de moeite waard zijn. Al mijn zakgeld ging naar Paul’s Music Centre. Die verwachtingsvolle 9 km op de fiets terug naar huis waren heerlijk. Zo'n net gekochte schijf kon dan eigenlijk al niet meer tegenvallen. Behalve dan Black Market van Weather Report, waarover nog zo enthousiast geschreven was in de Popencyclopedie. Dat was gelijk het einde van mijn jazzrockexpeditie.

Neil Young: Dont Let It Bring You Down.

donderdag 10 juli 2008

Altcountry of hoe het ook mag heten

Zo af en valt er te lezen dat altcountry zijn langste tijd gehad heeft. Dat het niet allemaal meer is, zoals het ooit was. Eerlijk gezegd moet ik altijd een beetje lachen om dit soort verhalen. De stelling dat altcountry over het hoogtepunt heen is, wordt af en toe onderbouwd met niet te ontkennen feiten, maar desalniettemin blijf ik van mening dat er werkelijk niets aan de hand is. Want altcountry, of hoe het ook mag heten, bestaat al veel langer dan de term. En zal dus, in welke vorm dan ook, gewoon blijven bestaan als die term niet meer erg in zwang is.
Zelf ben ik sinds mijn zestiende verslingerd aan deze muziekvorm dankzij de albums Honky Tonk Masquerade van Joe Ely en Texas Rock For Country Rollers van Sir Doug and the Texas Tornados. Zestien was ik toen ik die platen ontdekte en dat is nu toch al weer dertig jaar geleden. In 1978 was countryrock al over het hoogtepunt heen, maar die muziek bestaat nog steeds, we zijn het alleen anders gaan noemen. Zelfs tijdens de op muziekgebied afschuwelijke jaren tachtig waren er altijd weer artiesten die het grensgebied van country en rock opzochten. Ik kijk maar even naar mijn top 10 van 1985 en zie daar staan Jason & the Scorchers, Beat Farmers, Chris D., Guadalcanal Diary, Green On Red. Prachtplaten, nog altijd.
Ook al bestaat het blad No Depression niet meer, altcountry verdwijnt nooit. En de waarheid is dat er nog steeds erg veel bandjes enthousiast aan het cowboyrocken slaan. Vrijwel elke werkdag bekijk ik wat er zoal weer verschenen is op CD Baby. Lang niet altijd vind ik in het enorme aanbod iets wat me weet te boeien, maar soms ook zie ik het ene na het andere interessante bandje. Zo had ik vorige week een dag waarop ik maar liefst zeven bands een mailtje schreef met het verzoek om een cd te sturen omdat we die graag zouden willen recenseren. Deze zeven dus:
Will Quinlan & the Diviners komen uit Florida en hun cd Navasota werd mede geproduceerd door Steve Connolly die enige bekendheid geniet dankzij zijn rol bij de door mij zeer bewonderde Ronny Elliott.
June Star is een band uit Baltimore en al bezig sinds de hoogtijdagen van altcountry. Met Cora Belle hebben ze net hun vierde album afgeleverd.
Nathan Singleton and his Sideshow Tragedy is een stel jonge honden uit het oosten van Texas dat met Itinerant Youth een tweede album heeft afgeleverd.
Texatonka komt uit Minnesota en op de tweede plaat With Brick And Mortar mengen ze jangle pop, altcountry en arty postpunk en dat klinkt in ieder geval interessant.
Het Texaanse Indianola Railroad Co. debuteert met Long Road en de fragmenten op CD Baby zijn interessant genoeg om tenminste de eerste fase van die lange weg te volgen.
Tramps And Thieves (uit Arizona) beloven op hun derde plaat klassieke rockelementen met een zucht country en ook daarnaar zijn wij zeer benieuwd.
Root! is een band uit Australië en die noemen The Fall als invloed en een dergelijk afwijkend geluid zou wel eens voor interessante muziek kunnen zorgen.
Als deze bands de moeite nemen om daadwerkelijk een cd te sturen - twee platen heb ik inmiddels mogen ontvangen - dan zal dat binnenkort op onze site waar te nemen zijn in de vorm van een recensie.
En gezien het grote aanbod mag toch wel duidelijk zijn dat altcountry nog behoorlijk actueel is.

zondag 6 juli 2008

Neil in Toscane

door René Leverink
Niemand zal betwisten dat de auto een van de beste plekken is om muziek te luisteren. Je hebt immers maar weinig aan je hoofd, terwijl je anderzijds weer niet wordt afgeleid door andere bezigheden: het is niet de bedoeling dat je achter het de stuur de krant openslaat. Vanmiddag reden we door de Chianti, inderdaad het gebied van de wijn, tussen Florence en Siena. De Toscaanse heuvels lagen er prachtig bij, we tuften van het ene magnifieke uitzicht naar het andere, en het was op deze zondagmiddag in het vroege seizoen nog heerlijk rustig op de weg. Op de cd-speler deed Neil Young zijn best. Nooit klonk zijn late meesterwerk Harvest Moon zo goed als deze middag, op het bochtige parkoers tussen Panzano en Gaiole.

zaterdag 5 juli 2008

Scott Kempner rules

Terwijl andere bloggers al gaan genieten van hun vakantie, werk ik nog gewoon door: Rotterdam hoort bij het midden van het land, dus hier beginnen de vakanties pas over een kleine drie weken. Helemaal niet erg, nog genoeg te doen.

Over zomerplaatjes denk ik nog niet na, hoewel ik er al één op mijn lijst heb staan: Saving Grace van Scott Kempner. Ik heb al een post aan deze cd gewijd en ik val maar gelijk met de deur in huis: de cd is briljant, geniaal, enfin, ik kom superlatieven te kort. Ik stuur de jongens van de Altcountry website dan ook ongevraagd mijn recensie toe (de oplettende lezer gaat het raden: 5 paarden wat mij betreft).

Scott Kempner begon zijn carriere als gitarist begin jaren zeventig bij The Dictators, een band die net als The New York Dolls voorlopers waren van de punkbeweging, maar in tegenstelling tot the Dolls niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk overleefden. Kempner bleef naast al zijn projecten bij The Dicatators spelen. In de jaren 80 was hij de frontman van The Del Lords, een band waarin ook Eric Ambel (bekend van o.a. Steve Earle en The Bottle Rockets) speelde. Met The Del Lords had hij eigenlijk nooit het verdiende commerciele succes. Alleen een klein hitje met Poem of the River (met Pat Benatar, wie kent haar nog? als backing vocalist). Eind jaren 80 sneuvelde The Del Lords dan ook.

In de jaren 90 maakte Kempner één solo cd: Tenement Angels, waarin hij de melancholieke poprock van the Del Lords mengde met de stevige rock van The Dictators. Daarna wist hij zijn held Dion te verleiden tot een paar optredens met Kempners band (waarin onder meer Del Lords drummer Frank Funaro die hem zijn hele carriere trouw is gebleven). Van deze optredens is een live cd verschenen die helaas door Dion is geproduceerd: zijn divagedrag zorgt ervoor dat de gitaren vrij naar achteren gemixt zijn en Kempner letterlijk naar de achtergrond verdreven wordt.

Tussen deze wapenfeiten door en het zojuist verschenen Saving Grace hoorden we alleen nog letterlijk van Kempner als gitarist op het fantastische DFFD van the Dictators en op de live cd van deze rockers. Maar nu is deze rocker in hart en nieren terug en ik hoop dat we niet weer 16 jaar moeten wachten.

vrijdag 4 juli 2008

Collateral Discs

Regelmatig ontvang ik cd’s die niet bespreekbaar zijn op altcountry.nl. Niet omdat ze zo slecht zijn, maar omdat ze niets uitstaande hebben met het genre. Collateral discs noem ik ze. Twee wil ik er hier even noemen. Wholehearted is een plaat van de Amerikaanse zangeres Beth Hirsch. Ze schreef alle nummers zelf. Maakt dat haar dan een singer/songwriter? In de letterlijke zin van deze samentrekking wel, maar ik stel me er toch iets anders bij voor dan de zangeres die deze zwoele poppy nummers zingt. Zwoel in de traditie van Sade en Michael Franks. Het is een lekkere kabbelplaat geworden die prima dienst doet als achtergrondmuziek bij een warme zomeravond op het terras met een fris roseetje. Love Will Come Again springt eruit. Prachtig pakkend liedje.
Bijna van hetzelfde laken een pak is Heaven Sent van de Zweedse Victoria Lagerström die in het degelijks leven de levenspartner is van de Amerikaanse singer/songwriter David Tate. Ook zij schreef, met wat hulp voor de muziek, alle nummers zelf en, evenals Beth Hirsch, is zij op haar plaat een pure zangeres. Een goeie zangeres ook met een heldere stem waarop een vliesdun heesje ligt. Ook hier een zomers geluid dat evenwel net iets minder zwoel en een pietsie serieuzer is. Zal misschien ook te maken hebben met het feit dat Wholehearted is opgenomen in Nice en het Californische Los Feliz terwijl Heaven Sent in Stockholm op band werd geslingerd. Mooiste track en tegelijkertijd The Odd One Out vanwege een licht dreigend toontje, is Who Is This Man waarin de elektrische gitaar een mooie dans uitvoert met een cello.
Collateral disks zijn niet altijd even goed maar van plaatjes als deze kan ik best genieten. Met een fris roseetje. Dat dan weer wel.
Beide cd's zijn (hier en hier) verkrijgbaar bij cdbaby

woensdag 2 juli 2008

Zomerplaatje

Ik groet u allen; ik ga op vakantie. Mij ziet en leest u even niet meer. Ik neem dus voor een week of drie afscheid, maar niet nadat ik u op deze schitterende cd geattendeerd heb. Dit is mijn zomerplaatje, dat natuurlijk meegaat naar de vakantiebestemming. Fleet Foxes heeft geen ene ruk met americana te maken, en dat is een pluspunt. Prachtige weemoedige songs, zich ophoudend in de magische driehoek tussen rock, folk en country. Fleet Foxes is het summum, althans voor mijn zomervakantie.