dinsdag 11 december 2007

Produced By T-Bone Burnett












‘Produced By T-Bone Burnett’ staat vermeld op menige millionseller, zoals op Raising Sand, het monsterverbond tussen Robert Plant en Alison Krauss en de soundtracks O Brother, Where Art Thou? en Walk The Line. Burnett produceerde het Roy Orbison-tribute en platen van Elvis Costello, Counting Crows, The Wallflowers en eega Sam Phillips. Burnett, die behalve zijn debuutplaat als artiest zijn eigen werk door anderen laat produceren, heeft als producer een grote naam opgebouwd. Wandelend langs mijn platenkast kom ik nog meer Burnett-producties tegen, van welke platen ik maar weer eens wat nummertjes heb gedraaid.

1. ‘Tears Of God’ – Los Lobos
Chicano’s uit de barrio van Los Angeles. Maken in een soort familieverband al eeuwenlang muziek, maar pas in de jaren tachtig verschijnt hun eerste plaat. Getekend door Slash en geproduceerd door Burnett maken de wolfskinderen een serie prachtige langspelers die hen behoorlijk populair maken. By The Light Of The Moon is een van hun sterkste, nog voor de ‘La Bamba’-hitstatus. ‘Tears Of God’ is een puur melancholieke en klassieke Los Lobos-song.
2. ‘That’s All’ – The BoDeans
Labelgenoten van Los Lobos. Oorspronkelijk een duo uit Waukesha, Wisconsin, maar later uitgebreid met bassist en drummer. Het debuut Love & Hope & Sex & Dreams is een beetje een brave mix van countrytwang en rockabilly, en ook Burnetts productie heeft de tands des tijds nauwelijks overleefd. ‘That’s All’ is niettemin een lekkere rocker die de herinneringen aan de midden jaren tachtig levend houdt.
3. ‘Echo Wars’ – Peter Case
Na zijn tijd met The Plimsouls waant Peter Case zich een soort bohémien die de folk van Woody Guthrie en literatuur van Steinbeck en Kerouac omarmt. Het zelfgetitelde debuut uit 1986 is een grote verrassing, want hier klinkt een nieuwe stem door. Case is groots en blijkt talent te hebben voor het schrijven van fraaie folkbluessongs. Hij weet zich omringd door Burnett, Mitchell Froom, Van Dyke Parks, John Hiatt en zelfs Gurf Morlix. ‘Echo Wars’ is, zoals de gehele plaat, duister en spannend.
4. ‘Land’ – Joe Henry
Shuffletown uit 1990 is de meesterlijke doorbraakplaat van de man uit North Carolina en is overladen met introspectieve countrysongs in een soms jazzy, after midnight-achtige sfeer. Doet denken aan zowel Van Morrisons Moondance als Bob Dylans Desire. ‘Land’ is een onheilszwangere Southern Gothic-song, verfraaid met vioolspel van Burnetts maatje David Mansfield.
5. ‘Annabelle’ – Gillian Welch
Revival; zeer toepasselijk getitelde debuutplaat die de alt.country mede helpt vormgeven. Min of meer in Nashville ontdekt door Burnett, worden Welch – steevast gekleed in flodderjurkjes – en haar vriend/echtgenoot David Rawlings voorlopers in de langzaam opbloeiende bluegrass- en folkscene. Voortreffelijk debuut, met al even voortreffelijke nummers, zoals de prachtige kaalslag van ‘Annabelle’.

Geen opmerkingen: