maandag 31 maart 2008
Zonlicht
zaterdag 29 maart 2008
Ultiem, deel 2
Dit is de uitslag. Oordeel zelf. De top-3 kun je beluisteren.
1. Tired - Fred Eaglesmith
2. Little Joe The Wrangler - Cisco Houston
3. Bible and a gun - Jason Ringenberg
4. Billy The Kid - Ry Cooder
5. Night Rider’s Lament - Jerry Jeff Walker
6. Streets of Laredo - Johnny Cash
7. Tonight we ride - Tom Russell
8. Buffalo Ballet - The Walkabouts
9. Frank and Jesse James - Warren Zevon
10. Pancho & Lefty - Townes van Zandt
11. Rodeo Rose - Fred Eaglesmith
12. Last Gunfighter Ballad - Guy Clark
13. Rocky - Fred Eaglesmith
14. Three Shots - Oh Susanna
vrijdag 28 maart 2008
Arm (en) gebroken
Sh..t! Heb ik net dit stukje af, zie ik dat Ketelmuziek me voor is geweest. Nou ja, voor een leuk fimpje bij dit stukje verwijs ik dan ook maar door naar die bijdrage van Han Orsel.
donderdag 27 maart 2008
Bubblegum (deel 2)
Wat een moeilijke tijd moet het zijn geweest voor Michael Nesmith, die nadien briljante countryrockplaten maakte. In het laatste nummer van Uncut staat een interessant verhaal over hem in het kader van een serie over de pioniers van de countryrock. Michael Nesmith was de Monkee die het duidelijkst rebelleerde tegen de wetten van de bubblegum. Tijdens een hoog oplopend meningsverschil met de artistiek verantwoordelijke Don Kirshner sloeg Nesmith zijn vuist ooit door een wand van een hotelkamer, terwijl hij zijn baas toebeet 'dat zou ook jouw gezicht hebben kunnen zijn'.
Van Michael Nesmith heb ik de fantastische met steelgitarist Red Rhodes volgespeelde elpee And The Hits Just Keep On Comin' (met die titel kon hij natuurlijk als geen ander aan komen zetten) in de kast staan en verder heb ik de goedkope cd-compilatie Listen To The Band. Maar na lezing van het artikel wil ik eigenlijk ook de drie platen die hij maakte met de First National Band. Want nooit eerder had ik opgemerkt dat die platen samen een rood-wit-blauwe trilogie vormen. Kijk maar naar die hoezen.
Dat brengt me dan weer bij drie cd's van dit moment. De Amerikaan Jefferson Pepper is namelijk ook met zo'n rood-wit-blauwe trilogie bezig. Op American Evolution (volume 1, 2 en 3) behandelt hij de Amerikaanse geschiedenis in vijftig nummers. De recensie van nummer 1 kunt u binnenkort op onze site verwachten.
Trouwens, naast die albums van Michael Nesmith wil ik nu toch eigenlijk ook nog wel iets van The Monkees in huis hebben. Een verzamelaar lijkt me in dit geval de juiste keus. Of kom ik er dan later toch nog achter dat ik een echt album had moeten kopen? Dat zal toch niet; bubblegum was immers vooral gericht op hitsingles.
dinsdag 25 maart 2008
Rustlanders
The Rustlanders. Een krankjorume bandnaam, maat ja, what’s in a name? The Rustlanders zijn niets minder dan de bastaardzonen van The Jayhawks. Waar ze vandaan komen weet ik niet, heb ik me niet in verdiept, maar waar ze naartoe gaan weet ik wel: naar countryrock-heaven. De klassieke elementen zijn in overvloed aanwezig: messcherpe samenzang, pedal steel, orgel en knallende, gierende gitaarsolo’s. Tjongejonge, wie net als ik Hollywood Town Hall de beste countryrockplaat van de jaren negentig vind, sluit The Rustlanders liefdevol in de armen. Dat is wat ik heb gedaan. Kwijlend luister ik keer op keer naar dit retroklassieke neo-countryrockmeesterwerk. The Rustlanders, stomme naam, maar who cares? Elf dampende, superieure countryrocksongs van eenzame klasse; dát telt.
zondag 23 maart 2008
Hoofdzonde
vrijdag 21 maart 2008
Eindelijk Joe Purdy
Op deze plek wordt regelmatig aandacht besteed aan platen die er tussen door slippen, die geen aandacht hebben gekregen op altcountry.nl. Dat kan meerdere oorzaken hebben: recensie-exemplaren werden niet opgestuurd of platen werden gewoon niet opgemerkt.
Voor Joe Purdy gaat dat ook op. Al sinds enkele jaren staat zijn debuut Julie Blue in de lijst van meestverkochte (country)cd's van CdBaby. Bezoekers van die site overstelpen Purdy met complimenten voor Julie Blue. Belangrijkste oorzaak hiervan is het nummer Wash Away, dat was te horen in een aflevering van de populaire serie Lost. De plaat werd opgenomen ergens op een eiland in een rivier (lekker vaag) in de staat New York. Bij die opnames was ook ook Jay Nash aanwezig en hij is ook te horen op Julie Blue. Purdy op zijn beurt doet ook mee op een ook bij die gelegeheid opgenomen plaat, getiteld A Stream Up North, van genoemde Nash. Kijk die plaat, die commercieel dan weer niks deed, recenseerden we dan weer wel bij Altcountry.nl.
Enfin, sindsdien houden we Purdy dus wel in de gaten, maar tot recensies heeft dat totnutoe niet geleid. Niet dat hij geen platen meer heeft uitgebracht. Integendeel, Purdy heeft een bijna Ryan Adams-achtige productie. Hij stuurt alleen geen exemplaren van deze cd's naar onze redactie. Ja, digitaal, via de elektronische snelweg, maar daar doen we hier (nog) niet aan.
Toch wil ik 's mans laatste plaatwerk, Take My Blanket And Go, hier onder de aandacht brengen. Weer een uitstekende plaat, die in het Nederlands taalgebied enige attentie verdient.
Dat kan het best door er iets van te laten horen.
Joe Purdy: You Should
donderdag 20 maart 2008
Bubblegum (deel 1)
Ach bubblegum, dat is toch niets anders dan mierzoete hitparadepop? Helemaal mis. Ja, bubblegum was bedoeld voor de hitlijsten, maar de producers en studiomusici die deze hits construeerden, lieten vooral een ongekende portie onzin en gekte toe. En heel veel heerlijke hooks. Met bubblegum konden ze zich eindelijk eens helemaal uitleven, dat was wel even wat anders dan al dat serieuze studiowerk!
De in 1982 overleden muziekjournalist Lester Bangs schreef een heel aardig verhaal in het standaardwerk The Rolling Stone Illustrated History Of Rock & Roll. In zijn inleiding veegde de grapjas nog even de vloer aan met zijn opdrachtgever door te refereren aan een ultrakorte recensie van The Archies' Greatest Hits uit een nummer van Rolling Stone in 1971. 'Lord, no. Contained within the grooves of this album are twelve convincing arguments against the capitalist system.' Dat was de hele recensie en Bangs maakte zich terecht boos over zoveel onbenul van de snobs op de redactie. Vervolgens legt hij in zijn gloedvol betoog uit waarom bubblegum deugt en legt ook nog wat verbanden naar de garagerock.
De elpeehoes bovenaan dit verhaal is van een project van Jerry Kasenetz en Jeff Katz, toonaangevende producers van bubblegum. Het Kasenetz-Katz Singing Orchestral Circus bestond uit The 1910 Fruitgum Co., The Music Explosion, The Ohio Express, Lt. Garcia's Magic Music Box, 1989 Musical Marching Zoo, The Teri Nelson Group, J.C.W. Rat Finks en de St. Louis Invisible Marching Band. Een knotsgekke plaat en natuurlijk helemaal volgespeeld door studiomusici, ook al wordt door opnamen van enthousiast publiek de indruk gewekt dat het allemaal live zou zijn.
Overigens is die plaat lang niet zo leuk als Kasenetz-Katz Super Circus, maar er is een goede reden om de desbetreffende hoes bij dit verhaal te tonen. De hoes schoot me namelijk onmiddellijk te binnen toen ik deze week de cd Hangin' Out In My Body ontving van Justin & The Cosmics. Niet alleen door de op een autokerkhof geschoten hoesfoto, maar vooral ook door de muziek. Want deze Justin Collins, tevens deel uitmakend van de band Pale Blue Dot, laat net als in de bubblegum een aangename dosis gekte toe in zijn rootsmuziek en is dus zodoende aanleiding voor deze verhandeling. En er volgt meer de komende weken!
Nog even over die plaat van Justin & The Cosmics. Op CD Baby omschrijft Collins zijn muziek als 'bastardized yodeling alternative western rock and roll and surf with traces of grunge' en beveelt zijn cd aan voor liefhebbers van Neil Young, Elvis Presley en Jack White. Mag ik daar nog aan toevoegen 'traces of bubblegum'. De recensie verschijnt binnenkort op onze site.
maandag 17 maart 2008
De solo
zondag 16 maart 2008
The Storyteller
Niemand die zo goed in een paar regels een verhaal kan vertellen als Tom T. Hall. Soms kan hij het zelfs in één regel: “I flew over our house last night”. Je denkt aan een artiest, altijd onderweg, nooit thuis, zijn vrouw alleen tussen de lakens. Maar er staat nog meer in dit liedje. ‘The pilot said, if you look close, there’s Frankfurt on the Rhine’. Hé?! Vliegt hij dan in Duitsland? Het is al een oud liedje, zou het over een militair gaan, opgestegen vanaf de militaire basis in Wiesbaden, en op weg naar Vietnam? Maar Frankfurt ligt toch aan de Main, en niet aan de Rijn? Nou ja, dat zal wel een vergissing zijn. Hij is vast een soldaat, die voor maanden van huis gaat, en wie weet wel nooit meer terugkomt. Toch maar even de lyrics opgezocht, en wat blijkt? Het is ‘Frankfort on the RIGHT’. Ik had het verkeerd verstaan! En het is dus ook niet Frankfurt in Duitsland, maar Frankfort, Kentucky! (Ik was die maan in de eerste regel helemaal vergeten...) En hij is geen soldaat, maar een ex, die met smart terugdenkt aan de tijd van toen, en die weet dat hij haar alleen maar verdriet gedaan heeft... Daarom is het beter zo: so wrong and yet so right. En dan die briljante regel: I wonder did you toss and turn as I roared out of sight. Inderdaad, The Storyteller.
That old Kentucky moon was shinin’ bright as day
The stars were twinklin’ in the milky way
The pilot said if you look close there’s Frankfort on the right
I flew over our house last night
Thirty thousand feet below me you were fast asleep
Thirty thousand feet above I almost stopped to weep
So close and yet so far away, so wrong and yet so right
I flew over our house last night
For just one second I thought I was back in town
The man your friends all say has only brought you down
The airline hostess asked me, sir, are you sure that you’re alright?
I flew over our house last night
Thirty thousand feet below me you were fast asleep
And thirty thousand feet above I almost start to weep
I wonder did you toss and turn as I roared out of sight
I flew over our house last night
vrijdag 14 maart 2008
Prikkende ogen
Wij bij Altcountry.nl hebben het vizier al een tijdje op onze westerburen gericht staan. Toch kan het gebeuren dat er eens een belangwekkende cd aan onze aandacht ontsnapt. Twee weken geleden kwam ik pas achter dat Grand Drive, toch een van de Engelse Americana-bands die al wat langer aan de weg timmert, in juli 2007 een prachtig album had uitgebracht: Everyone. Sinds zijn aankomst in huize Vogel is het daar een van de meest gedraaide platen geworden. De echte schoonheid ervan drong pas vanmorgen tot mij door. In de trein naar mijn werk begonnen bij het voor de zoveelste keer beluisteren van track 2, Talking In Your Sleep, de ogen ineens te prikken. Het zullen ongetwijfeld de prachtige koortjes en de mineurstemming van het nummer zijn geweest. Gelukkig ging het moment weer snel voorbij, want ik huil niet graag. Althans, niet in een overvolle trein. Maar het is wel fantastisch dat muziek dat nog steeds met me kan doen.
Grand Drive: Talking in your sleep
donderdag 13 maart 2008
Sleepy John
dinsdag 11 maart 2008
Hey, Tyler
Rond de jaarwisseling deed ik zo’n verzoek bij Tyler Ramsey, die op het punt stond zijn cd A Long Dream About Swimming Across The Sea uit te (laten) brengen. Tyler reageerde direct: ‘Hey, I would love to send a copy out. I'll be over there with Band Of Horses soon. Keep in touch - Tyler.’ En inderdaad, Tyler is naast solo-artiest ook gitarist in de Band Of Horses. Interessant. Maar interessant of niet, die cd plofte maar niet op de mat, dus stuurde ik na vier weken een ‘modest reminder’. Opnieuw was Tylers reactie alert en enthousiast: ‘Hey, maybe it got lost. Told them to send you another. Let me know – Tyler.’
Kijk, dan vertrouw ik het niet meer; alleen door artiesten toegezonden cd’s verdwijnen namelijk in de post, gekochte cd’s nooit. Dan loopt februari alweer op zijn eind. Maar weer eens gemaild, nu met het dreigement dat ik hem dan gewoon koop bij een mailorder en hem dan natuurlijk niet recenseer. Dit alles op een vriendelijke en invoelende toon, mij wel toevertrouwd. Die dekselse Tyler reageert onmiddellijk: ‘Hey, honestly have no idea what happened. The cd got sent twice. Oh well, I will be there soon, in a few days or something.... hope to see you at the show. Take care – Tyler.’
Hoezo twee keer verstuurd? U snapt dat ik uit rancune natuurlijk niet naar het Band Of Horses-concert ging om Tyler te ontmoeten. No way. Wel bestelde ik Tylers cd, die nog in februari, hoewel betaald, op de spreekwoordelijk mat plofte. Binnen tien dagen had ik hem, die cd. Een recensie schrijven ga ik natuurlijk niet; dat heeft Tyler niet verdiend. Hoef ik u ook niet te vertellen dat A Long Dream About Swimming Across The Sea een écht geweldige cd is.
zondag 9 maart 2008
Zijspoor
vrijdag 7 maart 2008
De ondergang van alt.country
Best wel een interessante stelling. In ieder geval eentje waarover wat te steggelen valt. Dat zie je ook wel terug in de 23 reacties op het artikel. Persoonlijk denk ik dat er altijd aandacht zal zijn voor muziek waarin de folk, country en blues uitgangspunten zijn die in meer of mindere mate met rock en of pop vermengd zullen worden. Natuurlijk was alt.country altijd al een beetje vage term. Heel anders dan rockabilly of ska waarvan de grenzen veel duidelijker waren. Dat feit alleen al maakt het moeilijk om aan te geven of iets bezig is ten onder te gaan. ´t Blijft in ieder geval doodzonde dat een kwaliteitsblad als No Depression moet verdwijnen. Overigens heeft dat, zoals hoofdredacteur Peter Blackstock in een reactie op het artikel ook aangeeft, niets te maken met de eventuele ondergang van alt.country als muziekstroming, maar is het te wijten aan een algehele malaise in de muziekindustrie waardoor de advertentiebudgetten sterk dalen.
Des te zuurder is het dat in Nederland weer een waarachtig slecht muziekblad (oeps, entertainmentmagazine) het licht heeft gezien, Off the Record. Telegraafachtige kopletters, heel veel door de muziekmaatschappijen beschikbaar gestelde foto´s en puur positieve recensies. En vooral aandacht voor de “grote” namen. Klaarblijkelijk zijn de advertentiebudgetten daar wel voldoende voor. Ik heb het ingekeken bij de boekhandel en heb mijzelf weer een beetje rijker gemaakt door die € 3,95 in mijn zak te houden. Kreeg ik er tòch nog een goed gevoel bij.
maandag 3 maart 2008
Tweede kans
zaterdag 1 maart 2008
Shelby, deel 2
Dan gaat het over het nieuwe album van Shelby, Just A Little Lovin’. Bril noemt deze plaat ‘verpletterend’. En nu scheiden onze wegen, want ik vind er juist helemaal niks aan. Het is een cd vol met covers van Dusty Springfield, een zangeres die ik altijd geassocieerd heb met Langs de Lijn en Arbeidsvitaminen. In plaats van het barokke strijkersdecor in de oorspronkelijke versie van de liedjes, kiest Shelby Lynne voor een minimale bezetting. Eerlijk is eerlijk, in het titelnummer pakt dat nog goed uit. Maar daarna wordt dat summiere jazzachtergrondje al gauw stomvervelend. Nou ja, na I Am Shelby Lynne, Identity Crisis en Suit Yourself kan Shelby zich wat mij betreft best een missertje veroorloven. Bril: “Ze is zo echt, zal ik maar zeggen, dat het bijna pijn doet aan de oren. Koop dat album.” Tja, je moet het zelf weten.