vrijdag 15 februari 2008

Ik beken

Een bekentenis. Ik moet er maar eens vooruitkomen. A man´s gotta do what a man´s gotta do. En daar gaat het hier ook precies om. Nou, get to it, voor de dag ermee: ik houd niet van Nederlandstalige rootsmuziek. Sterker nog: IK VIND ER GEEN ZAK AAN. JW Roy bracht een in het Brabants gezongen plaat uit en recentelijk een Nederlandstalige. Het is allemaal best knap gedaan en gevoelig enzo, maar het gaat vaak mijn ene oor in en het andere weer uit. Ben ik dan een purist die zijn Americana het liefst vertolkt ziet worden door een in houthakkersbloes gehulde bewoner van de uiterste Noordwesthoek van Virginia? Nee, dat niet, er wordt in Nederland en België goede Engelstalige Americana gemaakt. Maar ik vind wel dat er een hoop magie verloren gaat als je alles in een keer kunt verstaan. Dan is het voor mij gelijk kleinkunst. Maar die kwestie van de directe begrijpelijkheid is niet het enige dat hierin een rol speelt. Ook als de muziek waar we het op deze pagina’s over hebben gezongen wordt in het Duits, Spaans, Noors of welke andere taal dan ook, vind ik het minder leuk dan in het Engels (uitgezonderd het Frans, maar dan moet het wel cajun of zydeco zijn). Klaarblijkelijk speelt de meezingbaarheid en het feit dat uiteindelijk wel te herleiden is waarover gezongen wordt, ook een rol.
Kortom, Americana moet in het Engels gezongen worden en die Nederlandstalige artiesten moeten er met hun fikken vanaf blijven. Ne touche pas a mon pôte, l’Americana!

Dit is Noorstalige Americana van Roy Lønhøiden. Wat vindt u ervan?

Geen opmerkingen: