dinsdag 13 november 2007

In The British Country







Door de uitputtende aandacht op Altcountry.nl voor hedendaagse rootsmuziek, alt.country en de nieuw(st)e generatie singer-songwriters zou je bijna vergeten dat er nog meer mooie muziek gemaakt wordt en gemaakt is. Vandaar dat ik hier een podiumpje wil oprichten voor al die muziek uit heden en verleden die bij tijd en wijle hun rondjes draaien in mijn cd-speler of op mijn draaitafel. En omdat ik totaal verslingerd ben aan lijstjes en vaak de sterke behoefte heb om popmuziek op de een of andere manier te verbinden, maak ik de Altcountry.nl-lezer en de muziekliefhebber (van tweeën één, dacht ik zo) graag deelgenoot van mijn lijstjes die een leidraad vormen voor mijn zoektochten door de krochten van de popmuziek. Niet is lekkerder, zei de escapist, dan daar rond te dolen. Enfin, dat is dan maar zo. In wekelijkse afleveringen wil ik kriskras door de popgeschiedenis, liefst thematisch verbonden, vijf songs de revue laten passeren. Met genres als pubrock, countryrock, new wave, psychedelica, acidfolk, singer-songwriter, powerpop, punk, baroquepop, progrock, (neo)garagerock, gitaarmuziek en nog meer in het verschiet, trap ik deze week af met Britse groepen uit de jaren zestig/zeventig die sterk onder de invloed stonden van de Amerikaanse folk- en countryrock. Welkom In The British Country.

1. ‘Dear Mr. Fantasy’ - Traffic
Nieuw gevormde band trekt zich voorjaar 1967, in de beste ‘Big Pink’-traditie, terug in een cottage op het Britse platteland. Negen maanden na oprichting van Traffic verschijnt de lp Mr. Fantasy. De lp, een mix van folk, country en psychedelica, wordt met open armen ontvangen. Het uitzonderlijk soevereine ‘Dear Mr. Fantasy’ moet zondermeer tot de canon van de Britse jaren zestig muziek worden gerekend.
2. ‘The Sad Bag Of Shaky Jake’ – Humble Pie
Soulvolle boogieband met Steve Marriott en Peter Frampton. Befaamd om hun stomendhete concerten en luide rock, maar op hun geweldige tweede lp, Town And Country, tappen ze uit een rustieker vaatje. De akoestische rootsrock – ware Britse americana – van ‘The Sad Bag Of Shaky Jake’ laat horen dat de mannen hevig geïnfecteerd zijn door het Band-virus.
3. ‘Hangman Hang My Shell On A Tree’ – Spooky Tooth
Noord-Engels kwartet dat eerst The VIPS heet, dan Art en na toetreding van de Amerikaan Gary Wright Spooky Tooth. Maken met Spooky Two fraai rockamalgaam dat pastorale Britse psychedelica en Westcoastrock van Moby Grape perfect verbindt. Afsluiter ‘Hangman Hang My Shell On A Tree’ is met superieure zang en scheurende Hammond het lyrische hoogtepunt van deze Britse rockklassieker.
4. ‘Hymn To Me’ – Brinsley Schwarz
Geïntroduceerd via grotesk mislukte publiciteitscampagne. Spelen desondanks met veel gevoel voor harmonie en muzikaliteit in een tradionele bezetting op hun gelijknamige debuut de sterren van de hemel. Sterk beïnvloed door Westcoast-countryrock. Zanger en componist Nick Lowe transporteert op boeiende wijze de Californische sfeer naar het Britse landschap. Ook nog: initiators van pubrock.
5. ‘Call The Tune’ – Plainsong
Band opgericht door Iain Matthews. Enige album is In Search Of Amelia Earhart, een zonovergoten Westcoastplaat met een plattelands tintje. Schatplichtig aan Gene Clark, Buffalo Springfield en Poco. Treffende covers van Amerikaanse folk- en countryartiesten, maar ook gave Matthews-composities, zoals ‘Call The Tune’. Hoewel van Britse makelij, toch een wonderlijk fraai Amerikaans countryrockalbum.

1 opmerking:

Hugo Vogel zei

Het titelloze debuut uit 1971 van McGuinness Flint past ook wel in dat rijtje. Het kent een aantal mooie nummers, waaronder When I'm dead and gone.