woensdag 26 november 2008

Micah P. Hinson

Zomaar een tip. Alweer een maand of wat geleden opgepikt tijdens het rondje Rotterdam. Vaste prik, dat rondje; vrijwel altijd op de vrijdag. Pleisterplaatsen zijn tijdens dit wekelijkse ritueel diverse cd- zaken; een grote boekhandel en tot slot, afhankelijk van het aantal zonnestralen, het terrasje van Rotown. Bij minder weer is ook het filmhuis Lantaren/Venster een alternatief. Een filmpje meepikken is dan eigenlijk logisch.
Wat minder logisch is, is dat de laatste cd van Micah P.(aul) Hinson -dat was de verkregen tip- nou nog echt is opgepikt in ons landje. Erg vreemd. Ik weet niet meer precies wie (ouderdom) mij op Hinson attendeerde, maar die persoon verdient zeker een pluim der goede smaak. De cd rap gescoord bij Sounds (daar hebben ze naast smaak tevens ‘oog’ voor kwaliteit). Twee weken later had ik het gehele oeuvre van Hinson in mijn bezit. Een bezit om te koesteren. Vooral de laatste, dus. And The Red Empire Orchestra (FullTimeHobby) is werkelijk een puike schijf. Donker van toonzetting, tekstueel niet echt hoopgevend, en ook niet direct diepgaand. Wel to the point. De muziek waaiert uit naar de vele windhoeken der americana. Vernieuwend? Zeker, want Hinson weet binnen 35 minuten anders te klinken dan het gangbare; deze top- cd is zondermeer onderscheidend te noemen.

Na een toevallig contact met Plato Harry (Den Haag) kwam het gesprek uit op Micah P. Hinson. Harry bleek ook al laaiend enthousiast over Hinson. Toch maar aandacht aan schenken op de site was mijn conclusie, en dus niet alleen de donderdagavond (met o.a. Alela Diane; Rachel Unthank & the Winterset én Inara George/Van Dyke Parks) van het Crossing Border- festival geboekt, maar tevens de zaterdageditie. Die avond stond Micah P. Hinson immers geprogrammeerd, samen met onder meer Willard Grant Conspiracy en Eli ‘Paperboy’ Reed. Welnu, Willard en Reed konden mij zeer bekoren, maar Hinson maakte bij mij niet datgene los wat de plaat wel deed (én nog immer doet). Of het nu de hitte in de zaal was (mijn god, wat had ik het warm), of het feit dat het bijtijds snoeihard was (of een combinatie van die twee), het wilde mij niet lukken om het fantastisch te vinden wat Hinson samen met vriendin (toetsen) en drummer (+ banjo/lap steel) presteerde. Kijk, slecht was het zeker niet, maar het soms beklemmende gevoel wat de plaat losmaakt, dat was er niet…. Jammer. Thuisgekomen (en bijgekomen van de verzengende hitte….) de cd nog maar eens opgezet. Die verdient dus echt een paard of vier; op z’n minst.

Geen opmerkingen: