woensdag 12 november 2008

De gebroeders Davies....


Mijn eerste singletje was Jan & Kjeld’s Little Banjo Boy; eind jaren vijftig. Erg? Dacht van niet, en laten we wel zijn: de banjo is een mooi instrument. Afgelopen zaterdag zag ik nog ene Brandon Seabrook, als begeleider van Nels Andrews, werkelijk excelleren op zijn banjo. Maar soit, na de aanschaf van Jan & Kjeld bezocht ik Muziekhuis Van Dalen, de plaatselijke platenboer, nog vele malen, en wel om hetzelfde te doen wat ik nu ook nog doe: muziek kopen. Toen singletjes en -later- LP’s, vandaag den dag cd’s en soms dvd’s. Muziekhuis Van Dalen is allang ter ziele, maar er is gelukkig nog een aantal speciaalzaken, dit naast de internet- mogelijkheden daartoe, om mijn ‘lust’ te kunnen botvieren. Sounds en Hitsound in het nabijgelegen Rotterdam, bijvoorbeeld. Bij Van Dalen scoorde ik in de roerige sixties overigens voornamelijk het werk van The Kinks. Waar klasgenoten op de middelbare school dweepten met The Stones en The Beatles, daar schermde ik met de gebroeders Davies -born & raised in het welvarende deel van Noord-London: Muswell Hill-; The Who; The Yardbirds én The Pretty Things. Of wat dichter bij huis: het Haagse Q65.
In het AD van donderdag 6 november stond een klein, maar toch ook wel opmerkelijk berichtje: The Kinks zijn voornemens weer een plaat te gaan maken. Dat het daar niet eerder van gekomen is heeft ondermeer van doen met de familietwisten én de broze gezondheid van Dave. Of Dave de laatste weken gelukkiger en fitter is geworden is nog maar de vraag, want met Tottenham Hotspurs (indertijd immers de favoriete club van de gebroeders) ging het tot voor kort immers niet zo best. Maar goed, als Kinks- fan van het eerste uur stemt een nieuwe schijf van The Kinks mij toch wel tevreden. Of liever: het maakt me nieuwsgierig. Dit los van de discussie of ouwe knarren hun kunstje zonodig opnieuw moeten doen. Het zal ongetwijfeld een plaat worden met veel pennenvruchten van Raymond Douglas Davies, want een goede pen heeft deze scherpe observator van de samenleving nog steeds, dit getuige zijn laatste soloproducten. Het zal vast en zeker geen plaat worden waar banjo’s de boventoon zullen voeren, maar als men het niveau van het prachtige Muswell Hillbillies (1971) weet te benaderen, dan maal ik daar absoluut niet om.

Geen opmerkingen: