woensdag 30 april 2008
Passief?
zondag 27 april 2008
Wicked fool
I know when Sunday comesFor I can hear the bells
Bad Road, Good People van Boris McCutcheon kreeg onlangs terecht een gunstige beoordeling op altcountry.nl. Als een van de hoogtepunten werd de ‘hartverscheurende’ Ballad Of Natascha Kampusch genoemd. Ook die kwalificatie is volkomen terecht.
Are you done with me
Wicked fool
Are you done with me
Wicked fool
Can you let me out
For to see the sun
Wicked one
De Oostenrijkse Natascha Kampusch was net tien jaar toen ze op weg naar school werd ontvoerd door Wolfgang Priklopil, die haar acht jaar lang gevangen hield in een kelder onder zijn huis in Strasshof an der Nordbahn. De ontvoerder hield haar vast in een soort onderaardse kamer van drie bij vier meter onder zijn gara
ge. Ze mocht radio luisteren en heel af en toe televisie kijken. Ook kreeg ze de gelegenheid om kranten te lezen. Pas op 23 augustus 2006 wist ze te ontsnappen. Terwijl ze zijn auto aan het stofzuigen was, kreeg Priklopil een telefoontje. Vanwege het geraas van de stofzuiger ging hij een paar meter verderop staan. Natascha zag haar kans schoon en maakte zich uit de voeten.He says if I ever leave him, he’ll shoot himself in the face
Priklopil sprong acht uur na de ontsnapping voor een trein in Leopoldstadt. Hij werd begraven op een onbekende begraafplaats in de buurt van Wenen. Op zijn graf staat een andere naam.
Mooi, dat Boris McCutcheon een ballade voor Natascha geschreven heeft.
vrijdag 25 april 2008
Folk-films
alles gezien, en van wat ik gezien heb is ook niet alles even interessant. Maar It Ain't City Music van Tom Davenport is een leuke film van ongeveer een kwartier over de National Country Music Contest, ergens in Virginia in 1972. Gave muziek van volstrekt onbekende amateurmusici, maar vol overgave gebracht. Let vooral ook op de kleding: hotpants en suikerspinkapsels.Ook mooi om eens te bekijken zijn de vijf films van ieder bijna een uur van Alan Lomax. Om te smullen!
donderdag 24 april 2008
Monument Valley (Gypsy Cowboy)
Laten we nog even doorgaan met onze serie over de meest Amerikaanse plek ter wereld (zie ook de bijdragen Edelkitsch en Monument Valley), namelijk Monument Valley. Na de aandacht voor The Prodigal Sons en Lyres deze keer een wat onderschatte klassieker uit de countryrock. Gypsy Cowboy van New Riders Of The Purple Sage heeft een prachtige hoes. Bij mij thuis staat de in een stevig karton verpakte elpee uit 1972 altijd in beeld achter de versterker en platenspeler. De achterkant is trouwens bijna net zo fraai. Vijf portretfoto's (in zwart-wit) van de bandleden John Dawson, David Nelson, Dave Torbert, Buddy Cage en Spencer Dryden. Cowboyhippies gefotografeerd tegen een houten omheining.New Riders Of The Purple Sage was een band uit San Francisco die nauw verweven was met Grateful Dead. Jerry Garcia zat in de eerste bezetting. De zwaar psychedelische countryrock van het sleutelnummer Death And Destruction (8.41 minuut) op Gypsy Cowboy is onvergetelijk. Na een portie huiveringwekkend gitaargeweld begint de zanger, die eerder al heeft laten weten dat hij maybe that man up in the sky is, aan het laatste couplet.
Oh now you're living in America
Can you remember when they traded you?
What would you have to pay
To get your soul back today
Do you remember how we got this way
Do you remember my friend
Oh what if feels like in the end
Will you wish you had a friend?
When it all comes 'round again
When it all comes 'round again
dinsdag 22 april 2008
Black Hollies
Op de site meldde ik al dat ik net als voor americana of alt.country warmloop voor psychedelica en garagerock (naast nog vele andere geuren en smaken). En aangezien onze site niet zo’n geschikt medium is om sixtiespunk of neo-garage onder de aandacht van de ontvankelijke luisteraar te brengen, dacht ik daarvoor deze week de weblog maar eens te misbruiken. Het is alweer meer dan twintig jaar geleden dat een jonge generatie beatmuzikanten, tezamen met gitaarrockers en country-revivalists, de sixties en seventies herbezochten. Hoewel de muzieksoort al die jaren een sluimerend bestaan leidt, is er nu toch sprake van een soort neo-neo-garagerock (kijk maar eens op www.soundflat.de). Ik denk hierbij in het bijzonder aan mijn nieuwe favorieten: The Black Hollies. Vier jonge jongens uit New Jersey die mij al ten volle overtuigden op hun debuut Crimson Reflections. Garagerock, soulvolle British Invasion rhythm & bues en psychedelische gitaarsolo’s; en dat alles verpakt in drieminutenliedjes. Op de opvolger Casting Shadows hebben de vier nog meer van de geestverruimende paddenstoelen gesnoept. Geweldige kosmische rock, met ladingen echo en reverb, mooie koortjes en opwindende liedjes. The Black Hollies maken gewoon geweldige jongehonden retrorock; net zo goed als de beste alt.country.
zondag 20 april 2008
Thomas Berge, deel 2
Vorige zondag ging het over de nieuwe cd van Robin Dean Salmon. Ik was er niet echt kapot van, en ter illustratie citeerde ik de tekst van het titelnummer, Come On Home. Aan het eind van het stukje beloofde ik de cd aan de eerste de beste lezer die hem wilde hebben. De eerste de beste was ook de enige, dus Lidy, als je even je adres doorgeeft via dutchtwang@yahoo.com, dan komt Come On Home bij jou thuis. Daarmee was voor mij de kous af. Niet voor Robin echter. Hij mailde dat hij blij was met de aandacht, maar dat hij geen Nederlands kan lezen. Was ik tevreden? Uit een paar woorden meende hij te kunnen opmaken dat ik misschien niet al te positief was? Oeps. Nu moest ik met de billen bloot. Het is natuurlijk makkelijk afbranden, in zo’n weblogstukje, maar iemand recht in zijn gezicht, al is het dan per mail, zeggen dat je ‘helemaal niets’ kunt met zijn plaatje, dat hem bloed, zweet en tranen gekost had, dat is toch wat anders. Inmiddels had ik van een bevriende kenner vernomen dat Salmon geboren is in Zuid-Afrika, en dus misschien wel meer van het verhaaltje begrepen had dan hij liet blijken. Ik schreef hem terug dat hij zijn album naar de verkeerde site had gestuurd, dat wij ALTcountry.nl zijn, en niet PLAINcountry.nl, of REGULARcountry.nl. Dat hij in zijn eigen genre gerust OK zal zijn, maar dat het geen alternative country is. En Thomas Berge is ‘an upcoming star over here; his themes are comparable with yours’. Tussendoor brak de klomp van de hoofdredacteur toen hij een mailtje kreeg van ene Robin Dean Salmon, waarin deze vroeg of hij ons zijn nieuwe album mocht toesturen voor een recensie! Weer een dag later diende Robin mij van repliek: hij had de cd gestuurd omdat iemand van ALTcountry.nl (die hoofdletters vind ik dan wel weer grappig, rl) om zijn vorige album Gasoline gevraagd had. Hij had hem gerecenseerd en gevraagd om op de mailing list gezet te worden. En: “I have never claimed to be alt-country.” Daar heeft Robin een behoorlijk punt, en ik weet even niet wat ik verder nog moet antwoorden. Dat de betreffende recensent niet meer voor ons schrijft, is een mager excuus.
zaterdag 19 april 2008
Merry Lynyrd

Voor een behoorlijk aantal liefhebbers begon hun fascinatie en liefde voor alternatieve country al met de muziek van Lynyrd Skynyrd. Sweet home Alabama van het album Second Helping was een schitterend antwoordnummer op het ietwat neerbuigende Southern Man van Neil Young (I hope Neil Young will remember/ A southern man don’t need him around). Pas onlangs schafte ik dit album aan. Daarvoor had ik het altijd gedaan met het live-album One More From The Road, waarop alle ‘hits’ staan. Nu pas valt me op in Sweet Home Alabama, dat heel diep in de mix, na 56 seconden, als ze het over Neil Young hebben, heel temerig ‘Southern Man’ wordt gezongen. Ook de achtergrondvocalen van onder meer Merry Clayton vormen een prachtig detail. Die Merry Clayton is trouwens een geval apart. Werd geboren op 25 december1948; vandaar ‘Merry’. Zong eerder de sterren van de hemel in Gimme Shelter van de Rolling Stones. Zo intens dat ze, naar verluid, daarna een miskraam kreeg.
Begon in de jaren ’70 een solocarrière, die helaas geen hoge vlucht nam.
Hieronder haar je haar eerst in Sweet Home Alabama en daarna in haar eigen versie van Gimme Shelter, zoals deze staat op haar eerste gelijknamige soloplaat.
donderdag 17 april 2008
Jimmy Driftwood
Onlangs kocht ik een ronduit schitterende compilatie-cd van Jimmy Driftwood. Deze uit Arkansas afkomstige artiest overleed in 1998 op 91-jarige leeftijd en had toen 6000 songs geschreven. Op Voice Of The People, in 2006 uitgebracht door The Omni Recording Corporation, staan 28 nummers die afkomstig zijn van twee elpees uit de jaren zestig voor Monument plus nog wat nummers van een Best Of-elpee. Driftwood schreef zijn beroemdste nummer The Battle Of New Orleans als leraar om zijn schoolkinderen iets over de Amerikaanse geschiedenis bij te brengen. Veel van zijn liedjes gaan over waar gebeurde gebeurtenissen, waarbij Driftwood meer dan eens duidelijk stelling nam. Voice Of The People begint met het ijzersterke What Is The Color Of The Soul Of A Man? Driftwood maakte zich bovendien sterk voor het behoud van de tradities van oude folkmuziek en streed met succes tegen de bouw van een stuwdam in de Buffalo River.De hoestekst maakt heel duidelijk wat een bijzonder man deze Jimmy Driftwood was: "Apocalyptic apes, black magic, inbred families, wiccanism, libertarianism and heartfelt pleas for tolerance and compassion. These are the wonderful tunes of renowned folklorist Jimmy Driftwood (sometimes known as Jimmie Driftwood). Hear the Hillbilly Alan Lomax chronicle ritual dismemberment, limbs that communicate from beyond the grave and other charming facets of Arkansas mountain life. An engaging stew of backwoods philosophy, cryptic observations, progressive candour, homespun spirituality and the stirring desire for a better life, these timeless recordings will make you tap your feet as they gently mess with your mind."
Zeer aanbevolen.
dinsdag 15 april 2008
Lost Highway
Gods wegen zijn ontegenzeggelijk ondoorgrondelijk, maar die van de platenmaatschappijen ook. Zo snap ik niks van het promotiebeleid van de Nederlandse tak van Universal, in het bijzonder hun benadering van de Lost Highway-releases. Johnny Cash, Lucinda Williams, Ryan Adams, oké, daar willen de dames en heren van Universal nog wel wat energie in steken, maar releases van Lost Highway-acts als Golden Smog en Glenn Phillips moeten het in Nederland zonder enige promotie stellen. Bij navraag meldde mijn contactpersoon dat als Altcountry.nl recensies wilde doen, we toch gewoon de cd’s konden kopen? Tja, da’s lekker goedkope promotie. Het zat me niet lekker, kon het niet geloven. Dus nam ik contact op met Lost Highway in Amerika. De dienstdoende medewerker kon het ook niet geloven. Volgens hem deed Universal Nederland promotie voor alle Lost Highway-releases.Dit lot nu is ook Hayes Carll beschoren. Zijn Trouble In Mind is net verschenen op het toch prestigieuze Lost Highway, maar ik kreeg weer eens nul op het rekest bij Universal. En dat terwijl de Altcountry.nl-scribenten stonden te trappelen van ongeduld om kennis te maken met Trouble In Mind. Dat is heel voorstelbaar want het is een geweldige singer-songwritersplaat voorzien van een prachtig organisch muzikaal decor. De productie is in handen van het best bewaarde geheim van Nashville: Brad Jones. Hij bracht bovendien vrienden mee als de gitaristen Will Kimbrough en Pat Buchanon, ervaren rotten als Dan Baird, Al Perkins en Alt.country’s favoriete drummer: Lisa Pankratz. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de prachtige nummers – wat ik dan ook op deze plek niet ga doen.
maandag 14 april 2008
Silence svp!
Onbegrijpelijk toch, die trend van tegenwoordig om (intieme) live-concerten te beschouwen als een gelegenheid om eens gezellig bij te kletsen. Ga dat in de kroeg doen, in godsnaam, en kom terug als je bent uitgepraat. Of doe het na het concert. Niet alleen is het vervelen
d voor de bezoeker die wel speciaal voor een optreden komt, het getuigt ook van weinig respect voor de artiest op het podium. Een concertverbod voor onbepaalde tijd zou je ze willen opleggen, al die kwebbelaars.Enfin, om dit stukje positief te besluiten: het concert van Alela Diane was erg mooi en dat ze duidelijk in de lift zit, kun je hiernaast nog eens bekijken en beluisteren. Zonder ruis.
zondag 13 april 2008
Thomas Berge in Nashville
Soms belandt er iets op het kantoor van altcountry.nl waar we helemaal niets mee kunnen. Deze keer werden we geplaagd door het nieuwe album van Robin Dean Salmon. Op het hoesje staat een aanbeveling van Rodney Crowell. In mijn beleving een arrogante kwast, die zijn succes vooral te danken heeft aan het feit dat hij in de Hotband van Emmylou mocht meedoen, en aan - eerlijk is eerlijk - één prachtig liedje: 'Till I Can Gain Control Again. Nu schrijft hij: "Robin Salmon is smart, funny, poetic and in possession of a melodic wit. Anybody got a problem with that?" Yes, Rodney, IK! Want het is helemaal niks wat die Salmon te berde brengt, en het is zeker niet slim en poëtisch. Dit is de tekst van het titelnummer. De eerste die daarna nog trekt heeft, krijg de cd gratis toegestuurd. Stuur maar een reactie. Als ik er maar vanaf ben.I don’t need whisky
I don’t need smoke
I just need her to go for broke
And I don’t need fame
I just need her to call my name
You are the apple in my eye,
The first word on my lips,
The tingle in my fingertips,
The reason that I smile,
And sometimes sway my hips.
Now I’m tired of being alone,
Come on home, come on home, come on home.”
A fast car to drive,
I just need her to be my wife
Or to be stoned
I just need her on the telephone
You are the apple in my eye,
The first word on my lips,
The tingle in my fingertips,
The reason that I smile,
And sometimes sway my hips.
Now I’m tired of being alone,
Come on home, come on home, come on home.”
I don’t need much,
I don’t need much
I just need her and her touch
You are the apple in my eye,
The first word on my lips,
The tingle in my fingertips,
The reason that I smile,
And sometimes sway my hips.
Now I’m tired of being alone,
Come on home, come on home, come on home
Come on home, come on home, come on home
Come on home, come on home, come on home”
donderdag 10 april 2008
Monument Valley
Het was inderdaad een foeilelijke hoesafbeelding waarmee The Prodigal Sons kwamen aanzetten met In The Eye Of A Stranger (zie de bijdrage Edelkitsch). Maar de als countryrockers vermomde kaaskoppen maakten met die tekening van Monument Valley wel duidelijk wat voor muzikale waar ze te bieden hadden.Maar hoe zat dat met het uit Boston afkomstige Lyres? Die jongens speelden echt geen countryrock. Eigenlijk hadden Jeff Connolly en zijn maten een molen op de hoes moeten zetten. Want hun garagerock was sterk beïnvloed door de Nederlandse beat van The Outsiders.
Ben trouwens blij dat ze dat niet gedaan hebben, want On Fyre is natuurlijk wel een schitterende hoes. En trouwens ook nog een fantastische plaat bovendien.
dinsdag 8 april 2008
Edelkitsch
maandag 7 april 2008
Stelletje muzikanten
zaterdag 5 april 2008
Magic Smile
Ach ja, Rosie Vela, wie kent haar nog… In 1986 was er opeens de LP Zazu, met op de hoes een – zoals dat toen heette – ravissante schoonheid. Iedereen was verliefd op Rosie, en zeker Donald Fagen en Walter Becker, die na jaren weer eens bij elkaar kwamen: een buitenkans, want wie zou niet met Rosie een plaat maken, als hij de kans kreeg! Rosie Vela kwam ter wereld in Galveston, Texas. Wanneer weet niemand, en zo hoort het ook. Toen ze 16 was, verhuisde ze met haar familie naar Little Rock, Arkansas, waar ze kunst en muziek studeerde, een beetje bijverdiende als mannequin en trouwde met de muzikant Jimmy Roberts, die een paar maanden l
ater overleed aan kanker. Rosie trok naar New York, waar ze een veelgevraagd fotomodel werd. Toen ze daar een beetje genoeg van kreeg, besloot ze het op de muziek te gooien. Ze schreef tien liedjes bij elkaar, huurde producer Gary Katz in en wist via hem Fagen en Becker voor haar karretje te spannen. En dat is te horen ook, want Zazu is eigenlijk gewoon een Steely Dan-album, maar dan met de zwoele, elastische stem van Rosie, in plaats van het karakteristieke geslis van Donald Fagen. Zazu leverde zo waar een paar hitjes op: Magic Smile, Interlude and Fool's Paradise. En dat was Rosie. Niemand heeft daarna meer iets van haar gehoord. Ze schijnt nog een tweede plaat gemaakt hebben, Sun Across The Altar. Juist op dat moment werd haar platenmaatschappij A&M verkocht aan Polydor, die commercieel niks zag in Rosie. Triest, want als we gitarist Rick Derringer moeten geloven was dit tweede album “excellent...the music, lyrics, songs, and singing exceed the quality of Zazu."De kwaliteit van het filmpje laat te wensen over, maar ach...
vrijdag 4 april 2008
Huisconcert?
Het was een succes. Gezinsleden vonden het leuk om een echte zangeres te ontmoeten, vrienden en familie hadden een gezellige avond en zelf was ik erg tevreden over het feit dat ik zoiets voor mekaar gekregen had (jaha, een kinderhand is gauw gevuld).
Maar met het tweede huisconcert ging het mis. Matt Bauer, van wie ik een grote fan ben en met wie ik zo nu en dan een kattebelletje uitwissel, zou naar Europa komen. Eerst een paar weken in de band van Alela Diane en daarna zou hij wat solo-optredens doen. Een datum was bijna geprikt, maar toen bleek dat Alela D. hem een aantal weken langer nodig zou hebben. Weg datum, weg huisconcert. Jammer, erg jammer. Een kleine troost is dat ik hem op 12 april zal zien in Tivoli/de Helling, als begeleider van Alela Diane. Da’s ook de moeite waard, temeer daar de ook door mij bewonderde Mariee Sioux in het voorprogramma zal optreden. Daar kijk ik nu wel naar uit.
Inmiddels zijn ook de eerste contacten gelegd voor een huisoptreden in september. Ik verklap hier nog niet om wie het gaat. Ik geef een kleine tip: het gaat om een Amerikaanse singer/songwriter die vorig jaar een cd uitbracht op een Nederlands label. Wie het goed heeft, mag gratis naar binnen. Als het doorgaat…
Hieronder een filmpje van Vanessa Peters, niet van bij mij thuis overigens.
Vanessa Peters treedt in april een flink aantal keren op in Nederland, zie de agenda
donderdag 3 april 2008
Bubblegum (deel 3)
Mijn interesse voor bubblegum moet ergens in de eerste helft van de jaren zeventig zijn ontstaan. Ik had een cassettebandje met de Archies en nog veel meer op dat moment al behoorlijk gedateerde hits. Het was zo'n goedkoop voorbespeeld bandje van onduidelijke komaf. En ik vond die hits bijna net zo mooi als Poppa Joe van The Sweet, dat ik in mijn herinnering altijd luidkeels zong op het toilet.Natuurlijk ontdekte ik andere muziek, maar zo'n tien jaar later herontdekte ik de bubblegum bij De Slegte. Daar hadden ze een paar plastic kratten met enkele tientallen elpees, te koop voor een of twee gulden per stuk. Waarschijnlijk heb ik verdeeld over enkele bezoeken zo ongeveer alle titels die er stonden gekocht. Het bleek te gaan om Motown-releases en het sublabel Rare Earth. Ik kocht drie elpees van The Marvelettes, drie van Edwin Starr (met het nog altijd actuele en fantastische War) en verder Reuben Howell (die enkele jaren geleden op Country Got Soul te vinden was), Rustix, R. Dean Taylor (met de fenomenale nummers Gotta See Jane en Indiana Wants Me) en de plaat waar het nu om gaat namelijk Ain't Nothin' In Our Pocket But Love van Poor Boys. Een plaat uit 1970 die van begin tot eind heerlijk schel uit de luidsprekers komt. Beg Me, zo beginnen ze en daarna direct een nummer getiteld Do What You Wanna Do. Met Mary Mary, Little Boy Blue en Rhyme Or Reason stond er nog veel meer lekkers op. Ik word er zelfs nu nog gelukkig van.
dinsdag 1 april 2008
With: Glenn Frey Don Henley Bernie Leadon Randy Meisner
Ik zal de laatste zijn die The Eagles niet beticht van uitverkoop houden. De laatste, nota bene een dubbelcd, was van een beschamende kwaliteit en louter bedoeld om in te cashen op die zoete oude herinneringen. The Eagles waren natuurlijk allang ruk. Had het na Hotel California nog niet verkeerd hoeven gaan – ik kan het titelnummer nog steeds goed verdragen – , de cocaine-cowboys maakten het in de late jaren zeventig en daarna wel erg bont. Met hun megalomane gedrag en corresponderende prutmuziek symboliseren The Eagles de onttakeling van de countryrock en kunnen ze rekenen op mijn persoonlijke walging. Maar zo was het niet in die begin jaren zeventig. O nee. Ik ben daarom ook een kennis dankbaar – bedankt Willy – die het internet heeft afgestruind en een om te janken zo mooi dvd’tje voor mij heeft gebrand met daarop een ruim half uur durend optreden van The Eagles. Zeven fantastische nummers, gezongen en gespeeld vanaf de barkruk, van de eerste lp en van Desperado. Nou heb ik niks met muziek-dvd’s, maar dit stukje noeste huisvlijt met het aura van een verzamelcassettebandje en voorzien van een briljant inelkaar geknutseld hoesje, zal ik voor altijd koesteren.