woensdag 8 oktober 2008

Rodney Crowell

Naar ik me meen te herinneren was het ergens in februari; het jaar? 1976! Concertgebouw Amsterdam. Optreden van Emmylou Harris. Da’s lang geleden. Wat ik op weet te diepen is dat het concert behoorlijk (op z’n minst een uur!?) later van acquit ging. Een deel van de instrumentaria was abusievelijk op Zaventem blijven staan, of zoiets. Ik weet ook nog dat het koud was (echte winters, ze bestonden toen nog) én dat de begeleidingsband, de fameuze Hot Band, present was met Glen D. Hardin; John Ware (of toch Ron Tutt?); Hank De Vito; Emory Gordy en Albert Lee (als remplaçant van James Burton) in de gelederen. En ook met Rodney Crowell. Love Hurts staat me van die avond -die in het teken stond van de promotie van Emmylou’s Elite Hotel (1975)- nog het meest bij. Met dank natuurlijk aan de hitversie van het Schotse Nazareth. Jaren later -april 1995- was Crowell eveneens - The Hot Band was ‘verdwenen’- als begeleider van Harris present; in de PWA- zaal van het Congresgebouw te Den Haag. Die avond was La Harris nogal verkouden en dus niet lekker bij stem. Crowell nam de meeste songs voor zijn ‘baas’ vocal waar; hij deed dat zeker niet slecht. Toch had ik voor die tijd, maar ook niet de jaren daaropvolgend, weinig tot niets op met Rodney Crowell. Wel geprobeerd, en dan ook diverse keren met cd’s -Diamonds and Dirt (1988); The Jewell of the South (1995)- van hem in mijn handen gestaan. Alle keren belandde deze schijfjes, dit na het beluisteren (dat deed ik toen nog), terug in de ‘bak’ van de plaatselijke platenboer. Tot een aanschaf kwam het derhalve niet. Daar kwam in 2001, zij het schoorvoetend, verandering in met de release van The Houston Kid. Na ettelijke draaibeurten ontdekte ik de klasse, de kwaliteit van het werk van deze -inmiddels 58- jarige- Texaan from Houston. Nu gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat The Houston Kid toch wel op een wat andere leest geschoeid bleek dan het vroegere werk van Crowell. Edoch, pas na deze -voor mij- doorbraakplaat ben ik ook het werk van weleer meer & meer gaan waarderen. Songs die hij in de jaren zeventig voor Harris pende, zoals Amarillo; Bluebird Wine en vooral Till I Gain Control Again, het zijn waarachtig geen alledaagse songs. Nu, na Fate’s Right Hand (2003) en The Outsider (2005), is onlangs de vierde topplaat op rij van Crowell’s hand verschenen: Sex and Gasoline. Werkelijk een prachtplaat. Geproduceerd door Joe Henry en met een excellerende Jay Bellerose achter de (rommel)drumkit. Luistertip! En vervolgens: aanschaffen!

Geen opmerkingen: