woensdag 31 december 2008
2008 volgens mij....
1. The Hiders - Penny Harvest Field
2. Micah P. Hinson and The Red Empire Orchestra
3. Otis Gibbs - Grandpa Walked a Picketline
4. Willard Grant Conspiracy - Pilgrim Road
5. Chris Brecht - The Great Ride
6. The Low Anthem - Oh My God, Charlie Darwin
7. Shearwater – Rook
8. The Roseline - Lust for Luster
9. Matt Bauer - The Island Moved In the Storm
10. JJ Grey & Mofro - Orange Blossoms
The Hiders op één! Gezelschap met Bill Alletzhauser, voormalig lid van de Ass Ponys, als spil. Dankzij het spitten in de jaarlijstjes van anderen -in dit geval die van Groningen- trainer Ron Jans- The Hiders op het spoor gekomen, in 2006.
Gelijk het debuut is Penny Harvest Field een heerlijke schijf. Onderbelicht in ons landje, en dus niet op de juiste wijze gewaardeerd (uitzondering: de recensie van de heer W. Rijkeboer). Mijn nummero uno…..
Voor al die cd’s die het niet haalden staat op:
11. The Whipsaws - 60 Watt Avenue
Een gezond 2009, U allen !
L.
dinsdag 30 december 2008
Peer Bataille en 2008
Tot vandaag heb ik gewacht op die ene cd die er in 2008 bovenuit zou steken. Zoals er eigenlijk ieder jaar wel eentje is. Maar niet dit jaar dus. Het wachten heeft lang genoeg geduurd. Hij komt niet meer.
1 Alle dit jaar gehoorde cd's ruil ik zonder aarzelen beleefd in voor het concert van Leonard Cohen op 12 juli in het Amsterdamse Westerpark. Onweer trok zich respectvol terug. Zomerzon bleef een half uurtje langer hangen boven de kim. Treinen tussen CS en Sloterdijk op de achtergrond minderden eerbiedig vaart. Wij in het park waren weer drie uurtjes jong, verliefd en onbeschadigd. Onverwacht.
2 The Raconteurs - Consolers of the Lonely iTunes is onverbiddelijk: het meest gedraaid in 2008, dus dit moet de beste zijn. Beetje profijt van de vroege verschijning misschien. Qua liedjes niets leukers gehoord. Ook fijn live in de Melkweg.
3 R.E.M. - Accelerate Nummer 2 volgens iTunes. Nooit veel gehad met deze band. Hier jassen ze er met veel energie in ruim een half uur elf pakkende liedjes doorheen. Waarom lang neuzelen als het kort en krachtig kan?
4 Paul Weller - 22 Dreams Nooit meer naar geluisterd sinds overlijden van the Jam. Fout, fout, fout! Een artikel in Mojo en een concert op de BBC brachten me weer op zijn spoor. Beste soulplaat van 2008.
5 Eli 'Paperboy' Reed & the True Loves - Roll with you Eigenlijk onmogelijk, maar in de Melkweg kwam het bewijs dat je tegelijkertijd jong en blank kunt zijn, en dan ook nog afwisselend kunt zingen als Sam Cooke, Otis Redding en Wilson Pickett. Boom Boom!
6 Shelby Lynne - Just a Little Lovin' Je moet het maar doen: Queen Dusty's liedjes tot op het bot uitkleden en er nog mee wegkomen ook.
7 The Clash - Live at Shea Stadium In 1982 mochten Strummer c.s. als voorprogramma mee naar de VS voor de afscheidstournee van the Who. Twee maanden later was the Clash overleden; the Who blijft in 2008 nog steeds afscheid nemen. Het leven is een en al vergissing.
8 Hank Williams - The Ultimate Recordings Drie cd's met opgedoken radio-opnames. Als de pers schrijft dat Hank hier beter zingt dan op zijn studioplaten, moet je op je hoede zijn. Maar ik ben geneigd het te geloven, alleen al op basis van 'Im so Lonesome I Could Cry'.
9 The Hiders - Penny Harvest Field Gewoon maar eens geluisterd naar aanleiding van een stukje op Altcountry.nl. Aangenaam verrassende countryrock met de nadruk op rock. En met een diepe buiging naar zowel de akoestische als elektrische Neil Young.
10 Dan Baird & Homemade Sin - Dan Baird & Homemade Sin Omdat er toch iemand op 10 moet staan. En omdat hier een uur lang met hart en ziel wordt gerockt. Goed zo Dan!
Alt.country? Americana? Niet echt veel dit jaar. Geen zin in neuzelende akoestischegitaarmannen. Liever wat meer herrie. Ook even geen Lucinda Williams en Ryan Adams. En waar ik met mijn pet niet bij kan: Bon Iver.
1 Alle dit jaar gehoorde cd's ruil ik zonder aarzelen beleefd in voor het concert van Leonard Cohen op 12 juli in het Amsterdamse Westerpark. Onweer trok zich respectvol terug. Zomerzon bleef een half uurtje langer hangen boven de kim. Treinen tussen CS en Sloterdijk op de achtergrond minderden eerbiedig vaart. Wij in het park waren weer drie uurtjes jong, verliefd en onbeschadigd. Onverwacht.
2 The Raconteurs - Consolers of the Lonely iTunes is onverbiddelijk: het meest gedraaid in 2008, dus dit moet de beste zijn. Beetje profijt van de vroege verschijning misschien. Qua liedjes niets leukers gehoord. Ook fijn live in de Melkweg.
3 R.E.M. - Accelerate Nummer 2 volgens iTunes. Nooit veel gehad met deze band. Hier jassen ze er met veel energie in ruim een half uur elf pakkende liedjes doorheen. Waarom lang neuzelen als het kort en krachtig kan?
4 Paul Weller - 22 Dreams Nooit meer naar geluisterd sinds overlijden van the Jam. Fout, fout, fout! Een artikel in Mojo en een concert op de BBC brachten me weer op zijn spoor. Beste soulplaat van 2008.
5 Eli 'Paperboy' Reed & the True Loves - Roll with you Eigenlijk onmogelijk, maar in de Melkweg kwam het bewijs dat je tegelijkertijd jong en blank kunt zijn, en dan ook nog afwisselend kunt zingen als Sam Cooke, Otis Redding en Wilson Pickett. Boom Boom!
6 Shelby Lynne - Just a Little Lovin' Je moet het maar doen: Queen Dusty's liedjes tot op het bot uitkleden en er nog mee wegkomen ook.
7 The Clash - Live at Shea Stadium In 1982 mochten Strummer c.s. als voorprogramma mee naar de VS voor de afscheidstournee van the Who. Twee maanden later was the Clash overleden; the Who blijft in 2008 nog steeds afscheid nemen. Het leven is een en al vergissing.
8 Hank Williams - The Ultimate Recordings Drie cd's met opgedoken radio-opnames. Als de pers schrijft dat Hank hier beter zingt dan op zijn studioplaten, moet je op je hoede zijn. Maar ik ben geneigd het te geloven, alleen al op basis van 'Im so Lonesome I Could Cry'.
9 The Hiders - Penny Harvest Field Gewoon maar eens geluisterd naar aanleiding van een stukje op Altcountry.nl. Aangenaam verrassende countryrock met de nadruk op rock. En met een diepe buiging naar zowel de akoestische als elektrische Neil Young.
10 Dan Baird & Homemade Sin - Dan Baird & Homemade Sin Omdat er toch iemand op 10 moet staan. En omdat hier een uur lang met hart en ziel wordt gerockt. Goed zo Dan!
Alt.country? Americana? Niet echt veel dit jaar. Geen zin in neuzelende akoestischegitaarmannen. Liever wat meer herrie. Ook even geen Lucinda Williams en Ryan Adams. En waar ik met mijn pet niet bij kan: Bon Iver.
Top 10 Wiebren Rijkeboer
1.Starling Electric – Clouded Staircase
2.Fleet Foxes – Fleet Foxes
3.Department of Eagles – In Ear Park
4.Elope – 9 Distilled Dreams
5.The Rustlanders – The Rustlanders
6.Howlin' Rain – Magnificent Fiend
7.Chris Brecht – The Great Ride
8.Drive-By Truckers – Brighter Than Creation's Dark
9.Peter Bruntnell – Peter And The Murder Of Crows
10.Everest – Ghost Notes
Acht keer Amerikaans, de best Britse americana-troubadour en een weergaloze Zweedse rockband maken tezamen mijn jaarlijst. Ik weet niet of de lijst definitief is; er wil zich nog wel eens een koekoeksjong tussen dringen. Ook onderling stuivertje wisselen acht ik nog mogelijk, niets is zeker. Dat ben ik ook niet over nummer 1 en 2. Al sinds de zomer meen ik dat Fleet Foxes de allerbeste plaat van 2008 is, maar plotseling was daar in november dat spetterende, weergaloze powerpopdebuut van Starling Electric. Aldus een iets frissere, actuelere sensatie dan mijn absolute zomerplaat. Maar ja, dat kan – net als alles – nog veranderen.
2.Fleet Foxes – Fleet Foxes
3.Department of Eagles – In Ear Park
4.Elope – 9 Distilled Dreams
5.The Rustlanders – The Rustlanders
6.Howlin' Rain – Magnificent Fiend
7.Chris Brecht – The Great Ride
8.Drive-By Truckers – Brighter Than Creation's Dark
9.Peter Bruntnell – Peter And The Murder Of Crows
10.Everest – Ghost Notes
Acht keer Amerikaans, de best Britse americana-troubadour en een weergaloze Zweedse rockband maken tezamen mijn jaarlijst. Ik weet niet of de lijst definitief is; er wil zich nog wel eens een koekoeksjong tussen dringen. Ook onderling stuivertje wisselen acht ik nog mogelijk, niets is zeker. Dat ben ik ook niet over nummer 1 en 2. Al sinds de zomer meen ik dat Fleet Foxes de allerbeste plaat van 2008 is, maar plotseling was daar in november dat spetterende, weergaloze powerpopdebuut van Starling Electric. Aldus een iets frissere, actuelere sensatie dan mijn absolute zomerplaat. Maar ja, dat kan – net als alles – nog veranderen.
maandag 29 december 2008
Top 10 Machiel Coehorst
1. Matt Bauer – The island moved in the storm
De banjospeler in de band van folkzangeres Alela Diane grossiert op zijn tweede soloalbum in mystieke, folky miniatuurtjes. Met fraaie fluisterzang en lieflijke tweede stemmen van Alela Diane en Mariee Sioux. Mooiere muziek is nauwelijks denkbaar.
2. Micah P. Hinson and the Red Empire Orchestra
Talentvolle jongeman uit Texas die geheel eigen draai geeft aan traditionele country. Droefgeestige ballads worden afgewisseld met surf- en zigeunermuziek. Schaamteloos en hartverscheurend.
3. Timesbold - I'll seen I'll sung
Het geweldige openingsnummer Old Hannah vormt de opmaat voor opnieuw een fascinerend en ongewoon americana-album van zingende treurwilg pur sang Jason Merrit. Ingetogen pracht met wiebelstem en zingende zaag.
4. Ray LaMontagne – Gossip in the grain
Voormalig schoenenverkoper Ray LaMontagne balanceert op zijn derde album knap tussen sentiment en ontroering. Tijdloze mix van country, rhythm & blues en pop met als belangrijkste handelsmerk: het hese, soulvolle stemgeluid van LaMontagne.
5. Department of Eagles – In ear park
Eigenzinnig duo uit New York mengt folk, elektronica, rock en psychedelica tot hypnotiserend geheel. Klinkt een beetje als Bon Iver, maar dan zonder de voortdurende falset.
6. Lucinda Williams – Little Honey
Opvallend uitbundig, met volop dampende blues en rock. Advies: niks meer over lezen, in de cd-speler stoppen en hard draaien!
7. Fleet Foxes – Fleet Foxes
In veel jaarlijstjes terug te vinden en terecht. Geliefd bij zowel puristen als modernisten en genoeg over geschreven.
8. Big Low – The junction of the two rivers
Intrigerende americana van eigen bodem, al is gromzanger Dan Tuffy van Australische origine. Basaal en experimenteel tegelijkertijd.
9 . Aimee Mann – Smilers
Minder sterk dan haar beste album Lost in Space, maar het schitterende Little Tornado en haar overtuigende optreden van oktober dit jaar in de Melkweg rechtvaardigen een plekje in de top tien.
10. Loudon Wainwright III – Recovery
De oude meester covert zijn beste liedjes. Minder uitgebeend dan de originele versies en een stuk beter gezongen.
De banjospeler in de band van folkzangeres Alela Diane grossiert op zijn tweede soloalbum in mystieke, folky miniatuurtjes. Met fraaie fluisterzang en lieflijke tweede stemmen van Alela Diane en Mariee Sioux. Mooiere muziek is nauwelijks denkbaar.
2. Micah P. Hinson and the Red Empire Orchestra
Talentvolle jongeman uit Texas die geheel eigen draai geeft aan traditionele country. Droefgeestige ballads worden afgewisseld met surf- en zigeunermuziek. Schaamteloos en hartverscheurend.
3. Timesbold - I'll seen I'll sung
Het geweldige openingsnummer Old Hannah vormt de opmaat voor opnieuw een fascinerend en ongewoon americana-album van zingende treurwilg pur sang Jason Merrit. Ingetogen pracht met wiebelstem en zingende zaag.
4. Ray LaMontagne – Gossip in the grain
Voormalig schoenenverkoper Ray LaMontagne balanceert op zijn derde album knap tussen sentiment en ontroering. Tijdloze mix van country, rhythm & blues en pop met als belangrijkste handelsmerk: het hese, soulvolle stemgeluid van LaMontagne.
5. Department of Eagles – In ear park
Eigenzinnig duo uit New York mengt folk, elektronica, rock en psychedelica tot hypnotiserend geheel. Klinkt een beetje als Bon Iver, maar dan zonder de voortdurende falset.
6. Lucinda Williams – Little Honey
Opvallend uitbundig, met volop dampende blues en rock. Advies: niks meer over lezen, in de cd-speler stoppen en hard draaien!
7. Fleet Foxes – Fleet Foxes
In veel jaarlijstjes terug te vinden en terecht. Geliefd bij zowel puristen als modernisten en genoeg over geschreven.
8. Big Low – The junction of the two rivers
Intrigerende americana van eigen bodem, al is gromzanger Dan Tuffy van Australische origine. Basaal en experimenteel tegelijkertijd.
9 . Aimee Mann – Smilers
Minder sterk dan haar beste album Lost in Space, maar het schitterende Little Tornado en haar overtuigende optreden van oktober dit jaar in de Melkweg rechtvaardigen een plekje in de top tien.
10. Loudon Wainwright III – Recovery
De oude meester covert zijn beste liedjes. Minder uitgebeend dan de originele versies en een stuk beter gezongen.
Top-10 Paul Jonker
Hieronder het "lijssie" van Paul Jonker
1. Drive-by Truckers - Brighter Than Creation’s Dark
2. Micah P Hinson – And The Red Empire Orchestra
3. Fleet Foxes - Fleet Foxes
4. Rodney Crowell - Sex and Gasoline
5. Rebecca Lynn Howard – No Rules
6. Phil Lee - So Long, It’s Been Good To Know You
7. Bill Frisell – History, Mystery
8. Hayes Carll – Trouble In Mind
9. Dr John and the Lower 911 - The City That Care To Forgot
10. Johnny Dowd – A Drunkyard’s Masterpiece
1. Drive-by Truckers - Brighter Than Creation’s Dark
2. Micah P Hinson – And The Red Empire Orchestra
3. Fleet Foxes - Fleet Foxes
4. Rodney Crowell - Sex and Gasoline
5. Rebecca Lynn Howard – No Rules
6. Phil Lee - So Long, It’s Been Good To Know You
7. Bill Frisell – History, Mystery
8. Hayes Carll – Trouble In Mind
9. Dr John and the Lower 911 - The City That Care To Forgot
10. Johnny Dowd – A Drunkyard’s Masterpiece
zondag 28 december 2008
René Leverink Jaarlijst 2008
10. Jenny Lewis ACID TONGUE
9. Adam Carroll OLD TOWN ROCK’N’ROLL
8. Matt Bauer THE ISLAND MOVED IN THE STORM
7. Jonathan Byrd THE LAW AND THE LONESOME
6. Larry Jon Wilson LARRY JON WILSON
5. John Hiatt SAME OLD MAN
4. Fred Eaglesmith TINDERBOX
3. Ry Cooder I, FLATHEAD
2. Otis Gibbs GRANDPA WALKED A PICKET LINE
1. Mark Olson SALVATION BLUES
9. Adam Carroll OLD TOWN ROCK’N’ROLL
8. Matt Bauer THE ISLAND MOVED IN THE STORM
7. Jonathan Byrd THE LAW AND THE LONESOME
6. Larry Jon Wilson LARRY JON WILSON
5. John Hiatt SAME OLD MAN
4. Fred Eaglesmith TINDERBOX
3. Ry Cooder I, FLATHEAD
2. Otis Gibbs GRANDPA WALKED A PICKET LINE
1. Mark Olson SALVATION BLUES
zaterdag 27 december 2008
Lijstje 2008
Het lijkt mij nu een moment om mijn laatste bijdrage voor 2008 te wijden aan de hoogtepunten (en dieptepunten) van dit jaar. Niet allemaal altcountry, of americana, maar dat mag de pret niet drukken. Ik kan, en wil, niet kiezen tussen deze cd's, dus ze staan allemaal ex aequo op nummer 1 voor het jaar 2008.
Dus, in willekeurige volgorde:
Dan Baird & Homemade Sin
Dit jaar eindelijk een nieuwe studio cd van Dan Baird. Ik had inmiddels wel genoeg live cd's als zoethoudertjes verzameld. Dan stelde niet teleur, sterker nog, dit is zijn beste solo-cd. Warner E Hodges (van Jason & The Scorchers) draagt bij aan een lekker vuig gitaarfundament. Als Dan in vorm is en als hij de juiste begeleiders heeft dan is er geen betere rootsrocker dan hij. Deze cd is het bewijs.
Scott Kempner
Op deze cd hebben wij bijna een eeuwigheid moeten wachten, maar dat was het dan ook wel waard. Scott Kempner bewijst zijn klasse met gloedvolle songs die ook de Del Lords weer in herinnering roepen. De man heeft een prachtstem, altijd een beetje melancholiek, en hij is een ouderwetse songwriter (en dan bedoel ik songwriter in de rock n roll-betekenis van het woord). Misschien dat deze cd een primus inter paris is in dit overzicht.
Two Cow Garage
Met hun vierde cd streven de gruizige rockers hun voorbeeld Slobberbone ruim voorbij. Niet alleen americana meer, maar een mengelmoes van allerlei stijlen zonder dat dat leidt tot een rommelig geheel. Integendeel: Two Cow Garage slaagt erin de stijlen goed samen te laten gaan en er hun geheel eigen draai aan te geven.
Living End
Het best bewaarde geheim van Australie. Chris Cheney is een begenadigd gitarist, zeg maar gerust een beest op gitaar, maar eveneens een begenadigd componist van puntige punkpop liedjes. Op deze cd een beetje invloed van hardrock, organisch opgenomen in de opzwepende punky popliedjes (of andersom). Pure energie met als specialiteit de staande bas.
Lucinda Williams
Sommigen schijnen het jammer te vinden dat Lucinda het geluk gevonden heeft. Ik niet, deze nieuwe cd is nog steeds doortrokken van een prettige neerslachtigheid, aangevuld met passie en zelfs een vleugje sex: wat wil men nog meer? De muziek is net als bij de laatste paar cd's een mengeling van allerlei (alt)country stijlen. Van mij mag ze gelukkig blijven en laten we hopen dat het leidt tot meer cd's van dit kaliber.
Marah
Het was even wennen deze nieuwe cd van Marah. Maar na een aantal keren draaien begon hij eigenlijk steeds beter te worden. Volgens mij hebben ze ook nog nooit een slechte cd gemaakt. Altijd anders, en toch altijd herkenbaar. Echte meltingpotrock
Bob Mould
Voormalig voorman van Husker Du en Sugar maakt al jaren mooi solo-platen. Intense gitaarrock met veel passie. Zo hoort het dus.
De ontdekking van 2008: The Apple Bros
Dit is de toekomst van de rock n roll en Americana: weliswaar is Nashville hun eerste cd, maar ook de 2e, On an empty stomach, mag er zijn. Puntig, ijzersterke melodieen en een heerlijk rasperige stem. Er schijnt een derde cd in de maak te zijn. Ik kan niet wachten!(de nieuwe liedjes op MySpace beloven veel.
De teleurstellingen van 2008
Behalve de resultaten van m'n cluppie: de cd van Ryan Adams (of is dat eigenlijk al geen teleurstelling meer: de magie is nu echt verdwenen), de nieuwe You am I (best aardig, maar mist toch een beetje dat beetje extra van al hun voorgaande cd's), de ziekte van Perry Bags (drummer en songwriter bij Jason & The Scorchers, daarmee definitief het einde van deze fantastische band inluidend).
Bij deze wens ik alle lezers zeer mooie feestdagen en we ontmoeten elkaar weer in het nieuwe jaar
Dus, in willekeurige volgorde:
Dan Baird & Homemade Sin
Dit jaar eindelijk een nieuwe studio cd van Dan Baird. Ik had inmiddels wel genoeg live cd's als zoethoudertjes verzameld. Dan stelde niet teleur, sterker nog, dit is zijn beste solo-cd. Warner E Hodges (van Jason & The Scorchers) draagt bij aan een lekker vuig gitaarfundament. Als Dan in vorm is en als hij de juiste begeleiders heeft dan is er geen betere rootsrocker dan hij. Deze cd is het bewijs.
Scott Kempner
Op deze cd hebben wij bijna een eeuwigheid moeten wachten, maar dat was het dan ook wel waard. Scott Kempner bewijst zijn klasse met gloedvolle songs die ook de Del Lords weer in herinnering roepen. De man heeft een prachtstem, altijd een beetje melancholiek, en hij is een ouderwetse songwriter (en dan bedoel ik songwriter in de rock n roll-betekenis van het woord). Misschien dat deze cd een primus inter paris is in dit overzicht.
Two Cow Garage
Met hun vierde cd streven de gruizige rockers hun voorbeeld Slobberbone ruim voorbij. Niet alleen americana meer, maar een mengelmoes van allerlei stijlen zonder dat dat leidt tot een rommelig geheel. Integendeel: Two Cow Garage slaagt erin de stijlen goed samen te laten gaan en er hun geheel eigen draai aan te geven.
Living End
Het best bewaarde geheim van Australie. Chris Cheney is een begenadigd gitarist, zeg maar gerust een beest op gitaar, maar eveneens een begenadigd componist van puntige punkpop liedjes. Op deze cd een beetje invloed van hardrock, organisch opgenomen in de opzwepende punky popliedjes (of andersom). Pure energie met als specialiteit de staande bas.
Lucinda Williams
Sommigen schijnen het jammer te vinden dat Lucinda het geluk gevonden heeft. Ik niet, deze nieuwe cd is nog steeds doortrokken van een prettige neerslachtigheid, aangevuld met passie en zelfs een vleugje sex: wat wil men nog meer? De muziek is net als bij de laatste paar cd's een mengeling van allerlei (alt)country stijlen. Van mij mag ze gelukkig blijven en laten we hopen dat het leidt tot meer cd's van dit kaliber.
Marah
Het was even wennen deze nieuwe cd van Marah. Maar na een aantal keren draaien begon hij eigenlijk steeds beter te worden. Volgens mij hebben ze ook nog nooit een slechte cd gemaakt. Altijd anders, en toch altijd herkenbaar. Echte meltingpotrock
Bob Mould
Voormalig voorman van Husker Du en Sugar maakt al jaren mooi solo-platen. Intense gitaarrock met veel passie. Zo hoort het dus.
De ontdekking van 2008: The Apple Bros
Dit is de toekomst van de rock n roll en Americana: weliswaar is Nashville hun eerste cd, maar ook de 2e, On an empty stomach, mag er zijn. Puntig, ijzersterke melodieen en een heerlijk rasperige stem. Er schijnt een derde cd in de maak te zijn. Ik kan niet wachten!(de nieuwe liedjes op MySpace beloven veel.
De teleurstellingen van 2008
Behalve de resultaten van m'n cluppie: de cd van Ryan Adams (of is dat eigenlijk al geen teleurstelling meer: de magie is nu echt verdwenen), de nieuwe You am I (best aardig, maar mist toch een beetje dat beetje extra van al hun voorgaande cd's), de ziekte van Perry Bags (drummer en songwriter bij Jason & The Scorchers, daarmee definitief het einde van deze fantastische band inluidend).
Bij deze wens ik alle lezers zeer mooie feestdagen en we ontmoeten elkaar weer in het nieuwe jaar
vrijdag 26 december 2008
Top 10 Hugo Vogel
1. Drive-by Truckers: Brighter Than Creation’s Dark
2. Liz Tormes: Limelight
3. Will Quinlan & the Diviners: Navasota
4. Matt Bauer: The Island Moved In The Storm
5. Case Hardin: Some Tunes For Charlie Spencer
6. Colin Herring: Past Life Crashing
7. Slim Cessna’s Auto Club: Cipher
8. Patrick Park: Everyone’s In Everyone
9. The New Frontiers: Mending
10. James McMurtry: Just Us Kids
Toch mooi, een album dat al in januari uitkwam op de top-positie. De Truckers overleefde het afscheid van Jason Isbell en kwamen op de proppen met hun beste plaat ooit.
Op de tweede plaats een album uit 2007 dat ik echter dit jaar pas ontving en besprak op altcountry. Een uitdager van Lucinda en Emmylou.
Will Quinlan met z'n Diviners komen uit Florida maar zingen hartverscheurend mooie nummers over het Oost-texaanse Navasota, waar de moeder van Quinlan vandaan kwam.
Zij voeren mijn lijstje aan, waarbij opvalt dat het, met uitzondering van het Engelse Case Hardin, allemaal om Amerikaanse artiesten gaat.
donderdag 25 december 2008
Jaarlijst John Gjaltema
1. Chris Brecht - The Great Ride
2. Nathan Bell - Traitorland
3. Joe Wilkes - Here On This Frontline
4. Willard Grant Conspiracy - Pilgrim Road
5. Tim Gearan - No Remedy
6. Los Alamos - El Fino Arte De La Venganza
7. Paperplanes - Rhinestone Republic
8. John Wills - Washington
9. Johnny Dowd - A Drunkard’s Masterpiece
10. Chatham County Line - IV
1. Overrompelend debuut van jonge gast uit Colorado, nu woonachtig in Austin, Texas. Een tekstschrijver die geen makkelijke refreintjes nodig heeft om de aandacht vast te houden. Klinkt als Heartbreaker van Ryan Adams en Highway 61 Revisited van Bob Dylan.
2. Nonconformist knapt in de jaren tachtig af op de muziekindustrie in Nashville, maar is nu ijzersterk terug. Dreigend en vol prachtige verhalende songs.
3. Stijlvolle Engelsman brengt folk, jazz en klassiek samen. Kwaliteit van het kaliber Tim Buckley, Leonard Cohen, Van Morrison en Elvis Costello.
4. Een avontuurlijke soundmix waarin plaats is voor violen, trompet, vibrafonette, kerkbellen, straatgeluiden, slidegitaar, trombone, cello en zingende zaag. Met het elan van het solowerk van Scott Walker.
5. Afwisselende plaat. Soms freaky met blazers en dan weer veel rustiger. Aan te bevelen voor liefhebbers van Jake LaBotz of JJ Grey & Mofro.
6. Het titelnummer gaat met traag grommende zang alsof de Argentijnen de Beasts Of Bourbon willen aftroeven, totdat trompetten het liedje een wending geven, waarna het echt bijzonder wordt als er ook nog een mondharmonica klinkt.
7. Zwalkend langs de county line op zoek naar het juiste evenwicht tussen country en rock! Met psychelische prikkelingen! Twangend in de beste SoCal-tradities! Gierende gitaren die door slordig mooie koortjes klieven!
8. Een begenadigd songschrijver met een prettige stem en een deftige stijl. De belangrijkste referenties zijn Joe Henry en het late werk van Bob Dylan.
9. Hier wordt getracht een variéteshow te combineren met een soulrevue, hetgeen resulteert in een Beefheart-achtig werkstuk dat heel goed voor americanafunk zou kunnen doorgaan.
10. Het is nog steeds bluegrass, maar net als bij Dillard & Clark destijds wordt er een extra dimensie aan toegevoegd. Dit is countrysoul.
2. Nathan Bell - Traitorland
3. Joe Wilkes - Here On This Frontline
4. Willard Grant Conspiracy - Pilgrim Road
5. Tim Gearan - No Remedy
6. Los Alamos - El Fino Arte De La Venganza
7. Paperplanes - Rhinestone Republic
8. John Wills - Washington
9. Johnny Dowd - A Drunkard’s Masterpiece
10. Chatham County Line - IV
1. Overrompelend debuut van jonge gast uit Colorado, nu woonachtig in Austin, Texas. Een tekstschrijver die geen makkelijke refreintjes nodig heeft om de aandacht vast te houden. Klinkt als Heartbreaker van Ryan Adams en Highway 61 Revisited van Bob Dylan.
2. Nonconformist knapt in de jaren tachtig af op de muziekindustrie in Nashville, maar is nu ijzersterk terug. Dreigend en vol prachtige verhalende songs.
3. Stijlvolle Engelsman brengt folk, jazz en klassiek samen. Kwaliteit van het kaliber Tim Buckley, Leonard Cohen, Van Morrison en Elvis Costello.
4. Een avontuurlijke soundmix waarin plaats is voor violen, trompet, vibrafonette, kerkbellen, straatgeluiden, slidegitaar, trombone, cello en zingende zaag. Met het elan van het solowerk van Scott Walker.
5. Afwisselende plaat. Soms freaky met blazers en dan weer veel rustiger. Aan te bevelen voor liefhebbers van Jake LaBotz of JJ Grey & Mofro.
6. Het titelnummer gaat met traag grommende zang alsof de Argentijnen de Beasts Of Bourbon willen aftroeven, totdat trompetten het liedje een wending geven, waarna het echt bijzonder wordt als er ook nog een mondharmonica klinkt.
7. Zwalkend langs de county line op zoek naar het juiste evenwicht tussen country en rock! Met psychelische prikkelingen! Twangend in de beste SoCal-tradities! Gierende gitaren die door slordig mooie koortjes klieven!
8. Een begenadigd songschrijver met een prettige stem en een deftige stijl. De belangrijkste referenties zijn Joe Henry en het late werk van Bob Dylan.
9. Hier wordt getracht een variéteshow te combineren met een soulrevue, hetgeen resulteert in een Beefheart-achtig werkstuk dat heel goed voor americanafunk zou kunnen doorgaan.
10. Het is nog steeds bluegrass, maar net als bij Dillard & Clark destijds wordt er een extra dimensie aan toegevoegd. Dit is countrysoul.
dinsdag 23 december 2008
Shiloh
The Battle Of Shiloh was een van de bloedigste veldslagen uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Op 6 en 7 april van 1862 bevochten 110.000 Amerikaanse soldaten elkaar aan de oevers van de Tennessee, ter hoogte van een houten kerkje; de Shiloh Church. Shiloh is ook de titel van een schitterende verhalenbundel uit 1982 van de Amerikaanse schrijfster Bobby Ann Mason, maar Shiloh is ook de naam van een countryrockband uit het noordoosten van Texas. In 1970 haalt Kenny Rogers de Texanen naar Los Angeles, waar ze met Rogers als producer hun enige lp opnemen. Het zelfgetitelde album is een fascinerende plaat waarop het vijftal countryrock, swampblues en rootsrock combineert tot een broeierige en samenhangend geheel. Shiloh wisselt de zompige rock van 'Simple Little Down Home Rock & Roll Love Song For Rosie' en 'Swamp River Country' af met de puurst denkbare countryrock van 'Same Old Story' en 'I'm Gone'. In beide gevallen excelleert Al Perkins op slidegitaar, respectievelijk pedal steel. Het hoogtepunt van dit enige album van Shiloh is de hartverscheurend fraaie afsluiter 'God Is Where You Find Him'. Maar het is tegen dovemansoren gezegd; eenmaal in L.A. Is de band met daarin gitarist Perkins, toetsenist Jim Ed Norman en de neven Mike en Richard Bowden geen lang leven beschoren. De drummer, zanger en songschrijver vertrekt naar de band van Linda Ronstadt, ontmoet daar de helft van het countryrockduo Longbranch Pennywhistle en richt met hem samen een band op: The Eagles.
maandag 22 december 2008
De boom in
Het merendeel van de kerstliedjes kan me gestolen worden: kitscherige niemendalletjes die zelfs tijdens de meest liefelijke Kerstdagen nauwelijks te pruimen zijn. Uitzonderingen zijn er natuurlijk wel: Christmas Card From a Hooker in Minneapolis van Tom Waits en Fairytale of New York van The Pogues zijn geslaagde voorbeelden. Tien jaar geleden kwam de VPRO met een aardigheidje op de proppen: Zo, Dit Is Kerstmis, een cd met kerstliedjes gespeeld door Nederlandse artiesten als Daryll-Ann, Bettie Serveert en Peter te Bos. Toegevoegde geluidsflarden van koorgezang, een knapperend haardvuurtje en flessen die worden ontkurkt maken de sfeer compleet. Een curieuze bijdrage is Robbie Muntz’ versie van Hij Was Maar Een Neger, ooit geschreven door Johnny Hoes. Het fraaiste liedje is Hang Myself From The Tree. Op deze cd gespeeld door Caesar, oorspronkelijk van The Vandals. Een anti-kerstlied eigenlijk, en daarom wel zo aardig. Niet dat ik iets tegen de Kerst an sich heb (wel tegen het commerciële spektakel eromheen, maar wie heeft dat niet?), maar enige relativering op zijn tijd is wel prettig. Een minder vrolijk kerstnummer dus:
zondag 21 december 2008
Afknappers
Het is de tijd voor de lijstjes. Hierbij mijn top-3 van grootste afknappers van 2008. Op drie de nieuwe plaat van Lucinda. Op de een of andere manier heb ik het helemaal gehad met onze eeuwige rock chick. Ik heb ze wel gehoord, die gitaarsolo’s van Doug Pettibone. Ik heb dat schelle vibrato in Lucinda’s stem twintig jaar doorstaan, nu is het welletjes. Afkoppelen en wegrangeren.
Heb ik Lucinda ooit bewonderd, Ryan Adams (op twee) is vanaf het begin een grote ergernis geweest. Wat een aanstellerij, met al die platen achter elkaar, en soms meerdere tegelijk. Wat een arrogantie, om te denken dat we op al die onzin zitten te wachten. Nooit begrepen waar al dat gedoe rond die man mee te maken had. Matige stem, inconsistente stijl. Cardinology kan met plastic en al de otto in.
Op één natuurlijk de grootste en meest overschatte ijdeltuit van allemaal: Rodney Crowell. Ooit op het paard gezet door Emmylou Harris, daarna feitelijk nooit meer dan een sideman geworden, maar met een air alsof hij gouverneur van Texas is. Schandalig dieptepunt was een interview dat American Connection met hem had tijdens Blue Highways, waar hij botter was dan Huub Stevens en Louis van Gaal bij elkaar. En dan te bedenken dat de luisteraars van dat programma de nieuwe plaat van deze middelmatige kwast bovenaan gezet hebben in de top 50 van dit jaar.
Heb ik Lucinda ooit bewonderd, Ryan Adams (op twee) is vanaf het begin een grote ergernis geweest. Wat een aanstellerij, met al die platen achter elkaar, en soms meerdere tegelijk. Wat een arrogantie, om te denken dat we op al die onzin zitten te wachten. Nooit begrepen waar al dat gedoe rond die man mee te maken had. Matige stem, inconsistente stijl. Cardinology kan met plastic en al de otto in.
Op één natuurlijk de grootste en meest overschatte ijdeltuit van allemaal: Rodney Crowell. Ooit op het paard gezet door Emmylou Harris, daarna feitelijk nooit meer dan een sideman geworden, maar met een air alsof hij gouverneur van Texas is. Schandalig dieptepunt was een interview dat American Connection met hem had tijdens Blue Highways, waar hij botter was dan Huub Stevens en Louis van Gaal bij elkaar. En dan te bedenken dat de luisteraars van dat programma de nieuwe plaat van deze middelmatige kwast bovenaan gezet hebben in de top 50 van dit jaar.
zaterdag 20 december 2008
Gelukkig Kerstfeest!
Bij deze een mooi kerstfeest gewenst aan een ieder. Hier mijn drie favoriete kerstliedjes (niet allemaal altcountry, maar wat maakt het uit)
Jeugdsentiment (de eerste band die ik goed vond en waar ik een lp van kocht)
Een van de beste bands ooit! (driekwart is dood, maar ze blijven eeuwigheidswaarde hebben)
Good old Steve (ik weet niet eens of het een echt kerstliedje is, maar mooi is het wel!)
Jeugdsentiment (de eerste band die ik goed vond en waar ik een lp van kocht)
Een van de beste bands ooit! (driekwart is dood, maar ze blijven eeuwigheidswaarde hebben)
Good old Steve (ik weet niet eens of het een echt kerstliedje is, maar mooi is het wel!)
vrijdag 19 december 2008
David Ackles
Toen ik zestien was bracht ik vele uren door met het van voor naar achteren spellen van Oor´s eerste Popencyclopedie. Hele bladzijden schreef vol met LP’s ik nog wilde hebben. Bovenaan (ik was bij de A begonnen) prijkte American Gothic van de Amerikaanse singer/songwriter David Ackles. En daar bleef ´tie ook vele jaren staan, want die plaat was op het Zeeuws-vlaamse platteland niet te koop. En toen ik later in de grote stad terecht was gekomen, gaf ik mijn geld liever uit aan platen die, althans in mijn beleving, “hot” waren. Toch bleef altijd in achterhoofd hangen dat ik die plaat van David Ackles nog eens zou moeten kopen. Een half jaar geleden was het eindelijk zover. Sindsdien vraag ik mij af waarom ik dat toch niet eerder gedaan heb.
Ackles is een fantastische liedjesschrijver die eind jaren zestig, begin jaren zeventig vier platen uitbracht. Beetje vergelijkbaar met Randy Newman, maar met één groot verschil: Ackles heeft een stem om U tegen te zeggen. Ackles debuteerde in 1968 met een ongetiteld album en bracht daarna in 1970 Subway To The Country uit. Platen die de critici werden bejubeld maar weinig verkochten. Het derde album, American Gothic, werd in London onder produktionele leiding van Bernie Taupin opgenomen. Ackles had Taupin ontmoet toen Elton John zijn Amerikaanse debuut maakte als co-headliner met Ackles in The Troubadour in Los Angeles. Sindsdien is John is een grote fan, net als Elvis Costello overigens. American Gothic kent een aantal schitterende nummers, de Kurt Weill-achtige nummers Oh California en The Ballad Of The Ship Of State en vooral het ontroerende Waiting On The Moving Van.
Na in 1973 het wederom slechtverkopende Five & Dime te hebben uitgebracht, gooit Ackles het bijltje erbij neer. Vanaf dan legt hij zich toe op het schrijven van TV-scripts en theathermuziek. In 1981 wordt hij door een dronken bestuurder aangereden. Het kost hem een aantal jaren voordat hij weer helemaal hersteld is. In 1999 verliest hij, op 62-jarige leeftijd, de strijd tegen kanker.
Na American Gothic heb ik ook de andere drie albums gedownload, waarvan vooral het titelloze debuut imponeert. Het hieronder te beluisteren Down River komt van dat eerste album.
Een interview 1998 met Ackles is hier te lezen.
Ackles is een fantastische liedjesschrijver die eind jaren zestig, begin jaren zeventig vier platen uitbracht. Beetje vergelijkbaar met Randy Newman, maar met één groot verschil: Ackles heeft een stem om U tegen te zeggen. Ackles debuteerde in 1968 met een ongetiteld album en bracht daarna in 1970 Subway To The Country uit. Platen die de critici werden bejubeld maar weinig verkochten. Het derde album, American Gothic, werd in London onder produktionele leiding van Bernie Taupin opgenomen. Ackles had Taupin ontmoet toen Elton John zijn Amerikaanse debuut maakte als co-headliner met Ackles in The Troubadour in Los Angeles. Sindsdien is John is een grote fan, net als Elvis Costello overigens. American Gothic kent een aantal schitterende nummers, de Kurt Weill-achtige nummers Oh California en The Ballad Of The Ship Of State en vooral het ontroerende Waiting On The Moving Van.
Na in 1973 het wederom slechtverkopende Five & Dime te hebben uitgebracht, gooit Ackles het bijltje erbij neer. Vanaf dan legt hij zich toe op het schrijven van TV-scripts en theathermuziek. In 1981 wordt hij door een dronken bestuurder aangereden. Het kost hem een aantal jaren voordat hij weer helemaal hersteld is. In 1999 verliest hij, op 62-jarige leeftijd, de strijd tegen kanker.
Na American Gothic heb ik ook de andere drie albums gedownload, waarvan vooral het titelloze debuut imponeert. Het hieronder te beluisteren Down River komt van dat eerste album.
Een interview 1998 met Ackles is hier te lezen.
donderdag 18 december 2008
Joep Pelt in Afrika
Er staat nauwelijks Afrikaanse muziek in mijn platenkast. Begin jaren tachtig kocht ik wel het fraaie Juju Music van King Sunny Adé and his African Beats. Op dat moment werd Afrika een beetje ontgonnen op het gebied van popmuziek. Muziekkrant Oor had regelmatig verhalen over onbekende artiesten uit het werelddeel. Omdat Juju Music me goed was bevallen, kocht ik daarna ook Synchro System. Dat album draaide volgens mij iets minder om het bijzondere gitaarspel van de Nigeriaan King Sunny Adé. Omdat de persing nogal slecht was, bracht ik het album terug naar de platenzaak en daarmee was mijn Afrikaanse avontuur in feite voorbij. Hooguit kocht ik af en toe nog eens wat in de uitverkoop. Zo kwam ik aan een Earthworks-release van Dark City Sisters and Flying Jazz Queens met prachtige Zuidafrikaanse samenzang. In Zuid-Afrika kwam ik pas weer terecht via het fraaie Beaufort-Wes se Beautiful Woorde van Gert Vlok Nel. Een plaat die helemaal niet misstaat in een collectie met de nadruk op rootsmuziek.
Van het platenlabel Excelsior kreeg ik deze week weer zo'n plaatje waarop een brug wordt geslagen tussen Amerika en Afrika. Van een Nederlandse artiest notabene. Joep Pelt heeft tijdens enkele zwerftochten door het zuiden van de Verenigde Staten de blues geleerd, maar daar hield het avontuur voor hem niet op. In 2004 vertrok hij voor het eerst naar Afrika, Mali om precies te zijn. Daar nam hij twee jaar later een plaat op met de gitarist Lobi Traoré en enkele andere plaatselijke musici. Nadat die opnamen eerst op een cassette verschenen in Mali, werd het album in 2007 ook op cd uitgebracht. En Excelsior heeft I Yougabe van Joep Pelt & Lobi Traoré nu opnieuw in de schijnwerpers gezet. Het is swingende dansmuziek waarop soul, rock en afropop soepeltjes samengaan met Amerikaanse blues. Vooral het soort moderne blues van North Mississippi All Stars, waarin overigens ook altijd rock uit de jaren zeventig doorklinkt. Liefhebbers van die band moeten maar eens luisteren naar dit I Yougoba.
Van het platenlabel Excelsior kreeg ik deze week weer zo'n plaatje waarop een brug wordt geslagen tussen Amerika en Afrika. Van een Nederlandse artiest notabene. Joep Pelt heeft tijdens enkele zwerftochten door het zuiden van de Verenigde Staten de blues geleerd, maar daar hield het avontuur voor hem niet op. In 2004 vertrok hij voor het eerst naar Afrika, Mali om precies te zijn. Daar nam hij twee jaar later een plaat op met de gitarist Lobi Traoré en enkele andere plaatselijke musici. Nadat die opnamen eerst op een cassette verschenen in Mali, werd het album in 2007 ook op cd uitgebracht. En Excelsior heeft I Yougabe van Joep Pelt & Lobi Traoré nu opnieuw in de schijnwerpers gezet. Het is swingende dansmuziek waarop soul, rock en afropop soepeltjes samengaan met Amerikaanse blues. Vooral het soort moderne blues van North Mississippi All Stars, waarin overigens ook altijd rock uit de jaren zeventig doorklinkt. Liefhebbers van die band moeten maar eens luisteren naar dit I Yougoba.
zondag 14 december 2008
Plastic
Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar twintig jaar cd’s verzamelen begint langzamerhand een onfatsoenlijk deel van onze opbergruimte op te eisen. En dan te bedenken dat het grootste deel daarvan nog weer opgaat aan lucht en kunststof. Tijd voor een rigoureuze aanpak: weg met al die lelijke doosjes. Het gaat immers om de muziek en het artwork. Bij lokale platenspecialist Popeye een stapel plastic insteekhoesjes gekocht. Eerst maar eens vijfhonderd, en zien hoe ver we komen. Het is even een karwei, maar voordeel is dat je al je muziek weer eens in handen krijgt, ook albums waarvan je niet wist dat je ze had of waarom je ze ooit gekocht hebt. Of de wereld er beter van wordt is natuurlijk de vraag, want waar blijven al die jewelcases? In de vuilcontainer. Maar schelen doet het wél: op de foto zie je rechts in de la dezelfde hoeveelheid muziek als links in het schoenendoosje. En daar zitten de kartonnen digipacks natuurlijk in volle glorie tussen, want daar blijven we van af met onze tengels.
zaterdag 13 december 2008
SLobberbone is dood, leve Two Cow Garage
Indachtig de nieuwe opzet van Altcountry.nl begin ik vandaag alvast maar aan een recensie op de blog. De cd die ik wil bespreken is 'Speaking in cursive' van Two Cow Garage. Hun 4e cd inmiddels alweer en wederom geproduceerd door plaatsgenoot Brent Best, bekend van Slobberbone. Slobberbone maakte naam met haar gruizige americana. Two Cow Garage volgt die trendsetters op de voet. Daar waar Slobberbone na twee cd's die duidelijk hun roots in americana hadden zich meer richting rock bewoog, doet Two Cow Garage hetzelfde. Hun vorige cd, Three, was al een stap van de americana weg en 'Speaking in cursive' doet er nog een stapje boven op. Er is echter een groot verschil: Slobberbone gleed wat mij betreft af naar rock en Two Cow Garage lijkt juist met iedere cd weer beter te worden. Er blijft een vleugje americana door hun gruizige rock heen waaien, maar de muziek is meer een melting pot van verschillende invloeden (rock, pop, beat, country, soul) die met smaak gebracht worden. Ik dacht dat ik het nooit zou zeggen, maar Two Cow Garage zijn hun 'vaders' voorbij. Prachtige cd, grote kanshebber in het lijstje (dat volgende week op deze plaats te zien zal zijn) over 2009
vrijdag 12 december 2008
Oxford American
Ik had er over gelezen op het forum van onze Engelse tegenhanger Americana UK. De aan muziek gewijde uitgave van het blad Oxford American zou iets om naar uit te kijken zijn. Oxford American is een driemaandelijks verschijnend glossy literair magazine, waarin vooral aandacht wordt geschonken aan Zuidelijke literatuur, geschreven door (van oorsprong) Zuidelijke auteurs. De in Oxford, Mississippi wonende John Grisham b.v. levert regelmatig bijdragen. Een keer per jaar is het blad gewijd aan muziek, Bij dit muzieknummer is altijd een cd gevoegd. Omdat het dit jaar al de tiende keer is, mag het een onsje meer zijn: een dubbelcd dus. Vol prachtige folk, country, soul, rock, jazz etc. Disc 1 opent met Little Walter en voert de luisteraar via o.a. Neko Case, de fantastische York Brothers, het hilarische duo Elton & Betty White, Clarence Gatemouth Brown en the Residents in 28 nummers naar countrysoulman Bobby Charles. Disc 2 kent 27 nummers van onder meer Lucinda Williams, Elvis, Vic Chesnutt, Charlie Rich, Big Star, Mose Allison en R.E.M. Alles bij elkaar meer dan tweeënhalf uur luistergenot voor de avontuurlijk aangelegde luisteraar. Niet dat de nummers onbekend zijn - de twee liedjes van Lucinda Williams staan ook op gewoon verkrijgbare cd's van haar- maar het is de mix van bekende acts en volstrekt obscure bands of artiesten die deze cd's zo aantrekkelijk maakt. Tel daarbij op dat de artiesten die op de eerste cd staan uitgebreid toegelicht worden in meer dan dertig artikelen van onder meer Greil Marcus, Warren Zanes, Grant Alden (oprichter No Depression) en Peter Guralnick. En dat alles voor een lousy 10 dollar (inc verzendkosten)! Als dat geen mooi kado voor onder de boom is...
donderdag 11 december 2008
Sisters of the South
Bob Dylan vierde in 1962 zijn 21-ste verjaardag thuis bij Etta Baker in North Carolina. Deze bluesartieste verwerkte veel folkinvloeden in haar muziek. In bijgaand filmpje is ze thuis te zien op 91-jarige leeftijd. Ze heeft dan net een nieuwe elektrische gitaar gekocht en die bevalt haar uitstekend, want het spelen op zo'n instrument is namelijk lekker makkelijk. Het gitaarspel van Dylan op Don't Think Twice It's Allright is duidelijk door haar beïnvloed.
Etta Baker staat met enkele nummers op de fraaie dubbel-cd Sisters Of The South, waarop voornamelijk onbekende vrouwen te horen zijn. Cora Fluker, Cora Mae Bryant, Algia Mae Hinton, Willa Mae Buckner, Precious Bryant en nog veel meer vrouwen die een persoonlijk geluid laten horen zonder in allerlei vervelende bluesclichés te vervallen. Het is muziek die nooit erg ver van de frontporch verwijderd is geweest. Net zo goed als blues spelen ze soul en folk. Beide cd's staan met ruim 70 minuten speelduur tjokvol en hebben als bonus nog wat beeldmateriaal.
Hieronder dus Etta Baker, die in 2006 op 93-jarige leeftijd overleed.
A visit to Etta Baker
Etta Baker staat met enkele nummers op de fraaie dubbel-cd Sisters Of The South, waarop voornamelijk onbekende vrouwen te horen zijn. Cora Fluker, Cora Mae Bryant, Algia Mae Hinton, Willa Mae Buckner, Precious Bryant en nog veel meer vrouwen die een persoonlijk geluid laten horen zonder in allerlei vervelende bluesclichés te vervallen. Het is muziek die nooit erg ver van de frontporch verwijderd is geweest. Net zo goed als blues spelen ze soul en folk. Beide cd's staan met ruim 70 minuten speelduur tjokvol en hebben als bonus nog wat beeldmateriaal.
Hieronder dus Etta Baker, die in 2006 op 93-jarige leeftijd overleed.
A visit to Etta Baker
woensdag 10 december 2008
A Good Day to Die….
Soms, in een onbewaakt moment, kom ik wel eens op YouTube uit. En elke keer opnieuw realiseer ik me dat ik YouTube te weinig bezoek. Niet dat alle muziekfilmpjes van een uitzonderlijke kwaliteit zijn, maar het schudt soms wel je geheugen wakker. Zo kwam ik -en dat uiteraard zonder dat het de bedoeling was- via via plots uit op een kwalitatief bezien prima filmpje van Robbie Robertson’s Somewhere Down The Crazy River; een track van zijn titelloze solodebuut (1987). Een track waarin Sammy Llanas van de BoDeans een fraaie vocale rol voor zijn rekening neemt. Verhip, dacht ik: BoDeans! Daar heb ik dit gezegende jaar (althans, wat het muziekaanbod betreft….) nog een cd van aangeschaft. Een fonkelnieuwe zelfs, Still geheten.
Nou, als ik me goed herinner had ik ‘m tot dat moment pas één keertje gedraaid, maar voor het overige is het inderdaad stil gebleven. Dus: gezocht, gevonden…..én gedraaid. Diverse malen, zelfs. Zeker geen verkeerde plaat van Sammy & Kurt, de twee oprichters van BoDeans, een rootsrockformatie uit Waukesha, Wisconsin. En dat deed me dan weer terugdenken aan mijn eerste bezoek aan de Melkweg in Amsterdam. Twee collega’s hadden me zover gekregen om op een doordeweekse avond (mei 1987?) de hoofdstad aan te doen. Voor een concert van BoDeans, dus. Een optreden mede naar aanleiding van hun debuut- schijf Love & Hope & Sex & Dreams (1986). Een fantastisch debuut. Geproduceerd door de onvolprezen T-Bone Burnett.
Een plaat die mij overigens getipt was door mijn vriend Jacob Nederlof, in die tijd een zeer lezenswaardige sportcolumnist bij Het Vrije Volk (nu AD/RD). Een zeer kritische man, die Jacob (Hugo Borst is er niks bij…), die bijtijds ook een verhaal over cultuur of muziek voor deze krant mocht pennen. Ik herinner me een verhaal van zijn hand met de titel ‘Gitaarmuziek’. Daarin maakte hij dus onder anderen gewag van het debuut van de BoDeans. Aangeschaft natuurlijk, en kort daarna ook gezien & gehoord in de Melkweg. Was een alleraardigst concert, maar de plaat deed mij meer. Veel meer. Ook het latere werk van Sammy & Kurt gescoord, doch nooit meer het gevoel gekregen van wat het debuut bij mij te weeg bracht. Dat doet Still dus ook niet, hoewel het zoals ‘gezegd’ zeker geen verkeerde schijf is.
Love & Hope & Sex & Dreams is naar mijn mening dus nog immer hun beste. Dankzij de karakteristieke stem van Llanas vooral. Maar ook niet te versmaden is een plaat van Sam Llanas’ groep Absinthe: A Good Day To Die, uit 1998. Een werkelijk prachtige, beladen en bovenal donkere plaat. Het verhaal over de zelfmoord van Sammy’s vier jaar oudere broer, in 1976. Heb van deze schijf in ons kille kikkerlandje destijds weinig tot niets meegekregen. Daar zal dit stukje vrijwel zeker ook geen verandering in brengen.
Ik ben echter wel oprecht blij dat ik deze cd in mijn collectie heb. Eigenlijk mede door de BoDeans- tip van weleer van de heer Nederlof. Waarvoor dank.
Nou, als ik me goed herinner had ik ‘m tot dat moment pas één keertje gedraaid, maar voor het overige is het inderdaad stil gebleven. Dus: gezocht, gevonden…..én gedraaid. Diverse malen, zelfs. Zeker geen verkeerde plaat van Sammy & Kurt, de twee oprichters van BoDeans, een rootsrockformatie uit Waukesha, Wisconsin. En dat deed me dan weer terugdenken aan mijn eerste bezoek aan de Melkweg in Amsterdam. Twee collega’s hadden me zover gekregen om op een doordeweekse avond (mei 1987?) de hoofdstad aan te doen. Voor een concert van BoDeans, dus. Een optreden mede naar aanleiding van hun debuut- schijf Love & Hope & Sex & Dreams (1986). Een fantastisch debuut. Geproduceerd door de onvolprezen T-Bone Burnett.
Een plaat die mij overigens getipt was door mijn vriend Jacob Nederlof, in die tijd een zeer lezenswaardige sportcolumnist bij Het Vrije Volk (nu AD/RD). Een zeer kritische man, die Jacob (Hugo Borst is er niks bij…), die bijtijds ook een verhaal over cultuur of muziek voor deze krant mocht pennen. Ik herinner me een verhaal van zijn hand met de titel ‘Gitaarmuziek’. Daarin maakte hij dus onder anderen gewag van het debuut van de BoDeans. Aangeschaft natuurlijk, en kort daarna ook gezien & gehoord in de Melkweg. Was een alleraardigst concert, maar de plaat deed mij meer. Veel meer. Ook het latere werk van Sammy & Kurt gescoord, doch nooit meer het gevoel gekregen van wat het debuut bij mij te weeg bracht. Dat doet Still dus ook niet, hoewel het zoals ‘gezegd’ zeker geen verkeerde schijf is.
Love & Hope & Sex & Dreams is naar mijn mening dus nog immer hun beste. Dankzij de karakteristieke stem van Llanas vooral. Maar ook niet te versmaden is een plaat van Sam Llanas’ groep Absinthe: A Good Day To Die, uit 1998. Een werkelijk prachtige, beladen en bovenal donkere plaat. Het verhaal over de zelfmoord van Sammy’s vier jaar oudere broer, in 1976. Heb van deze schijf in ons kille kikkerlandje destijds weinig tot niets meegekregen. Daar zal dit stukje vrijwel zeker ook geen verandering in brengen.
Ik ben echter wel oprecht blij dat ik deze cd in mijn collectie heb. Eigenlijk mede door de BoDeans- tip van weleer van de heer Nederlof. Waarvoor dank.
maandag 8 december 2008
Ketterse Fanfare
André Manuel, vroegere voorman van de eigenzinnige Twentse formatie Krang, haalt tegenwoordig zijn fratsen uit bij de Ketterse Fanfare. De zanger/cabaretier heeft in deze formatie -met BJ Baartmans op gitaar- een nieuw medium gevonden voor zijn zwartgallige universum. En dat valt te prijzen. Zondagavond gaf het vijftal een gedreven optreden in het Utrechtse Ekko. Het spelplezier spatte er van af en prachtnummers als Pantani, Junkie, Drinkebroer en Vlieger bleven ook in de iets conventionelere (rock-)uitvoering fier overeind. Het traporgel van Krang ontbrak helaas, maar Manuels' vertrouwd grommende zang en sarcastische teksten, de messcherpe gitaarduetten tussen hem en BJ Baartmans en de vele improvisaties zorgden voor een ijzersterke show. De toegift met Junkie was prachtig, maar hoogtepunt van de avond was natuurlijk de uitvoering door de Ketterse Fanfare van onderstaand nummer: het beste Nederlandstalige lied ooit.
zondag 7 december 2008
Veertien paarden
Oei, maar goed dat collega Hugo Vogel attenter was dan ik, anders had voor de tweede keer in korte tijd voor de tweede keer een recensie van een cd op altcountry.nl gestaan. Het gaat nu om Bottleneck To Wire van Gordie Tentrees. Ik kreeg hem ter recensie uitgereikt door Kori Heppner, drumster van Fred Eaglesmith, tevens verantwoordelijk voor de verkoop van cd’s en t-shirts. Dit werd de recensie: “Doorgaans is een voorprogramma niet veel meer dan een ongevraagd oponthoud. In het beste geval valt het ‘niet tegen’. Vorige week echter werden voorafgaand aan het concert van Fred Eaglesmith aangenaam verrast door ene Gordie Tentrees. Een jonge gast, geboren aan de oevers van de Yukon in Canada. Solo of met band werkt hij per jaar zo’n tweehonderd optredens af, vooral in Canada, maar nu voor het eerst ook in Europa. Hij liet zich begeleiden door Matt King op staande bas en Ken Hermanson op lapsteel. Tentrees zelf deed het op de akoestische gitaar, en af en toe op een prachtige Fender Resonator. Hoewel Tentrees vocaal hier en daar wat bleekjes uit de verf kwam, was het een prima optreden. Het had voor mij zelf nog wel langer mogen duren. Gelukkig hebben we de cd nog: Bottleneck To Wire, zonder meer goed voor vier paarden. Het openingsnummer Plenty To Hold doet in zijn gedrevenheid sterk denken aan Terry Allen. Nummer twee, de titelsong is meteen een van de prijsnummers, over het beetje warmte dat een flessenhals op een snaar, ‘from the dampenings hands of a little man’, weet te brengen in de winterkou van een Canadees dorpje. Death & Dust gaat ook alweer over een gat in Canada, waar ‘my best friend growing up was killed by another friend’s father’. Two Sons is het verhaal van een moeder die op het moment dat de tsunami op haar huis afkomt moet beslissen welke van haar twee kinderen ze zal redden, allebei kan niet. Kortom, liedjes die ergens over gaan. In dat opzicht hoefde Tentrees zich in het kielzog van Fred Eaglesmith bepaald niet te schamen. En in de studio blijkt het vocaal ook allemaal dik in orde te zijn gekomen.
Bottleneck To Wire is te koop bij CD Baby. Op de website van Gordie Tentrees is de cd in zijn geheel te beluisteren.”
Bottleneck To Wire is te koop bij CD Baby. Op de website van Gordie Tentrees is de cd in zijn geheel te beluisteren.”
Dit zou deze week dus allemaal op altcountry.nl verschenen zijn, als Leo Kattestaart mij een jaar geleden niet vóór was geweest. Vier paarden had ik voor Tentrees van stal gehaald. Samen met de drie van Leo dus zeven, en met die van Dale Boyle veertien.
zaterdag 6 december 2008
GOD
Ik heb niet veel helden, maar iemand die het zeer zeker is: Keith Richards, de man die niet alleen de Stones heeft gemaakt tot wat de Stones zijn, maar die ook wat mij betreft rockmuziek heeft gemaakt tot wat het is. Een muzikant met passie en hart. Er is veel interessant beeldmateriaal van hem, fameus is hoe Chuck Berry hem probeert het intro van Oh Carol goed te laten spelen waarbij Richard steeds geagiteerder wordt: voor wie het wil zien: hier te zien. Maar op deze blog past zijn niet te onderschatten bijdrage aan Americana. Opgenomen tijdens het tribute concert voor zijn vriend Gram Parsons. Een mooi duet met Norah Jones, waarbij vooral opvalt hoe ongemakkelijk zij zich voelt en hoe powerful (en 'stout') Keith is. Prachtig. Wie hier niet genoeg van kan krijgen, koop de dvd van dit tribute concert (waar vreemd genoeg Gram's muze Emmylou Harris ontbreekt).
Labels:
gram parsons,
keith richards,
norah jones
vrijdag 5 december 2008
Can't Cry Hard Enough
Op de nieuwe fraaie cd Collapsible Plans van Tom Freund staat een nummer dat me bekend voorkwam, maar ik kon het niet direct thuisbrengen. Iets uit de jaren zeventig schatte ik. De fraaie melodie van Can't Cry Hard Enough, het nummer waar het hier om gaat, is verpakt in het klassieke stramien van een singer-songwriter, maar dan wel een met ambities die nog verder reiken. Dat is niet zo vreemd, want het zou een omschrijving van Tom Freund kunnen zijn. Maar het betreft hier dus een cover.
Can't Cry Hard Enough is een liedje van Marvin Etzioni en David Williams. Etzioni zette het op zijn solodebuut The Mandolin Man. Het is een fraai pianoliedje dat gebracht wordt met ondermeer een bodhran en blazers in New Orleans Funeral Style. En natuurlijk wat mandoline, dat spreekt. Die plaat van Marvin is van 1992, dus met mijn schatting van de jaren zeventig zat ik er een flink eind naast.
Marvin Etzioni liet in 1985 voor het eerst van zich horen als bassist op het debuut van Lone Justice, dat verder bestond uit Maria McKee, Don Heffington en Ryan Hedgecock. Al die namen zouden ook later hun stempel drukken op de ontwikkeling van altcountry. Marvin, zoals Etzioni zich kortweg ging noemen (The Mandolin Man mag trouwens ook), maakte vooral naam als producer (Counting Crows, Toad The Wet Sprocket, Grey DeLisle, Peter Case, Williams Brothers).
Het door hem zelf geproduceerde The Mandolin Man is een ambitieus werkstuk waarop rootsrock een soort jazzbenadering krijgt met een origineel geluid als resultaat. Hoewel, de plaat klinkt ook alsof Marvin een jonger broertje is van T-Bone Burnette, zowel door zijn stem als de tegelijkertijd rijkelijk en kaal klinkende arrangementen.
Marvin produceert ook het debuut van Tom Freund. North American Long Weekend (uit 1998) is een veel te ambitieuze en serieuze plaat voor een jonge debutant en eindigt dan ook in de uitverkoopbakken. Geheel onterecht natuurlijk, ook al is er best het een en ander op het album aan te merken. De veel te lange speelduur (67 minuten) bijvoorbeeld. En iets meer afwisseling had ook gemogen. Enfin, op Collapsible Plans (geproduceerd door Ben Harper) heeft Freund heel wat bijgeleerd. Zodat ik hem bijna de kwaliteiten kan toedichten van singer-songwriters uit de jaren zeventig. En dat dus mede dankzij een liedje van Marvin, the Mandolin Man.
Can't Cry Hard Enough is trouwens al veel vaker gedaan. Victoria Williams zong het en Julie Miller ook. En op YouTube zijn filmpjes te vinden waarop slachtoffers van 9/11 worden herdacht met het liedje. En ook de begin dit jaar overleden Australische acteur Heath Ledger (Brokeback Mountain) wordt herdacht met beelden waaronder dit nummer is gezet.
Can't Cry Hard Enough is een liedje van Marvin Etzioni en David Williams. Etzioni zette het op zijn solodebuut The Mandolin Man. Het is een fraai pianoliedje dat gebracht wordt met ondermeer een bodhran en blazers in New Orleans Funeral Style. En natuurlijk wat mandoline, dat spreekt. Die plaat van Marvin is van 1992, dus met mijn schatting van de jaren zeventig zat ik er een flink eind naast.
Marvin Etzioni liet in 1985 voor het eerst van zich horen als bassist op het debuut van Lone Justice, dat verder bestond uit Maria McKee, Don Heffington en Ryan Hedgecock. Al die namen zouden ook later hun stempel drukken op de ontwikkeling van altcountry. Marvin, zoals Etzioni zich kortweg ging noemen (The Mandolin Man mag trouwens ook), maakte vooral naam als producer (Counting Crows, Toad The Wet Sprocket, Grey DeLisle, Peter Case, Williams Brothers).
Het door hem zelf geproduceerde The Mandolin Man is een ambitieus werkstuk waarop rootsrock een soort jazzbenadering krijgt met een origineel geluid als resultaat. Hoewel, de plaat klinkt ook alsof Marvin een jonger broertje is van T-Bone Burnette, zowel door zijn stem als de tegelijkertijd rijkelijk en kaal klinkende arrangementen.
Marvin produceert ook het debuut van Tom Freund. North American Long Weekend (uit 1998) is een veel te ambitieuze en serieuze plaat voor een jonge debutant en eindigt dan ook in de uitverkoopbakken. Geheel onterecht natuurlijk, ook al is er best het een en ander op het album aan te merken. De veel te lange speelduur (67 minuten) bijvoorbeeld. En iets meer afwisseling had ook gemogen. Enfin, op Collapsible Plans (geproduceerd door Ben Harper) heeft Freund heel wat bijgeleerd. Zodat ik hem bijna de kwaliteiten kan toedichten van singer-songwriters uit de jaren zeventig. En dat dus mede dankzij een liedje van Marvin, the Mandolin Man.
Can't Cry Hard Enough is trouwens al veel vaker gedaan. Victoria Williams zong het en Julie Miller ook. En op YouTube zijn filmpjes te vinden waarop slachtoffers van 9/11 worden herdacht met het liedje. En ook de begin dit jaar overleden Australische acteur Heath Ledger (Brokeback Mountain) wordt herdacht met beelden waaronder dit nummer is gezet.
woensdag 3 december 2008
Woodcocks..….
In een recensie van even terug met twee cd’s van ene Nathan Bell als onderwerp -ik heb even geluisterd en de cd’s van Bell direct besteld zoals collega Gjaltema nogal ‘grof’ aanbevool- ‘viel’ ook de naam van de Woodcocks. Spoorslags naar boven gerend en gezocht naar de titelloze debuutcd uit 1989 van deze groep rond Rich Hopkins en Dave Seger. En: gevonden! Weer geluisterd en weer kunnen vaststellen waarom ik bepaalde bands van nu, zoals The Whipsaws en The Hiders, zo goed weet te appreciëren.
Ook weer wat haren uit mijn hoofd getrokken vanwege het feit dat ik de 2e cd van deze Woodcocks, The Carp Pond (1992), ooit in een ontzettende vlaag van verstandsverbijstering voor een ‘appel en een ei’ van de hand heb gedaan…. Woodcocks, dat zijn zoals Wikipedia het fraai omschrijft:
Ook weer wat haren uit mijn hoofd getrokken vanwege het feit dat ik de 2e cd van deze Woodcocks, The Carp Pond (1992), ooit in een ontzettende vlaag van verstandsverbijstering voor een ‘appel en een ei’ van de hand heb gedaan…. Woodcocks, dat zijn zoals Wikipedia het fraai omschrijft:
“A group of seven extant very similar wading bird species in the genus Scolopax, characterised by a long slender bill and cryptic brown and blackish plumage. Only two woodcocks are widespread, the others being localised island species. Their closest relatives are the typical snipes of the genus Gallinago”.
Tja, maar de Woodcocks waren dus ook Rich Hopkins (gitaar; vocals) Dave Seger (gitaar; vocals); Bruce Halper (drums); Mark Perrodin (bass); Tom Larkins (drums); Scott Barber (bass) en Anne Bryerton (vocals). Met een beetje goede wil ook een groep van zeven vogeltjes, maar dan wel wat anders gebekt. Hopkins is later onder zijn eigen naam & Luminarios doorgegaan. Ook best fraai, zoals bijvoorbeeld My Lucky Stars uit 2001 aantoont.
Maar goed. Woodcocks’ The Carp Pond, waarop ook Craig Schumacher (U weet wel, Tucson) zijn opwachting maakt, is dus uit mijn almaar uitdijende (verkopen doe ik niet meer!) collectie verdwenen. Ten onrechte. Hoogste tijd voor een speurtocht om deze gemaakte fout te herstellen. Wie heeft ‘m? Wie denkt dat ie ‘m in dat geval kan missen? Ik houd me aanbevolen!
Maar goed. Woodcocks’ The Carp Pond, waarop ook Craig Schumacher (U weet wel, Tucson) zijn opwachting maakt, is dus uit mijn almaar uitdijende (verkopen doe ik niet meer!) collectie verdwenen. Ten onrechte. Hoogste tijd voor een speurtocht om deze gemaakte fout te herstellen. Wie heeft ‘m? Wie denkt dat ie ‘m in dat geval kan missen? Ik houd me aanbevolen!
Abonneren op:
Posts (Atom)