Het blijft iedere keer weer een belevenis: een live-optreden van De Kift. Vorige week zag ik het gezelschap uit Koog aan de Zaan weer eens, in de Helling te Utrecht deze keer. Het punk/fanfare-ensemble verrast steeds weer opnieuw met haar maffe, maar bijzonder aanstekelijke combinatie van muziek, theater en literatuur. De opkomst dwars door de menigte in de zaal met een basdrum gemonteerd aan een fiets was al vrij ongewoon, de show die volgde toonde wederom aan dat De Kift een volstrekt unieke en magnifieke band is. En dat al meer dan twintig jaar. Zelf teksten bedenken doen ze niet; zanger Ferry Heyne plukt hier en daar een bladzijde uit de wereldliteratuur onder het motto: waarom zelf schrijven als er al zoveel moois is opgetekend? Op hun negende -opnieuw schitterend vormgegeven- album Hoofdkaas citeert Heyne onder andere uit Venedikt Jerofejev’s Moskou Op Sterk Water en is er een bewerking te beluisteren van een gedicht van W.H. Auden. De muzikale omlijsting is ook nu weer somtijds hoekig en gejaagd, dan weer zwierig en uitbundig, bijna carnavalesk of wonderschoon ingetogen. Heyne’s bevlogen voordracht van de vaak archaïsche teksten in combinatie met het koperwerk en de staccato-gitaar werkt vaak vervreemdend en immer doeltreffend. Voor wie nog onbekend is met het werk van De Kift: bekijk en beluister een opname van het lied Beguine in de straten van Parijs.
maandag 10 november 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten